3° Toen in 1878 Cohen Stuart overleed, werd op voorstel van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen in het daarop volgende jaar ingesteld de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, die de nauwkeurigheidswaterpassing in 1885 ten einde bracht. In 1888 werd onder leiding van Dr. Ch. M. Schols een aan vang gemaakt met het omvangrijke werk der hoofddriehoeksmeting, welke arbeid voor wat betreft de hoekmeting in 1904 was voltooid. Ten einde de driehoeksmeting dienstbaar te maken aan eene vernieuwing van het kadaster, dus aan kadastrale hermetingen, werd reeds in 1889 aan de commissie tevens opgedragen de uitvoering der secundaire driehoeksmeting. Met dit feit staat dan ook in nauw verband de jaarlijksche toelage van f 40000 welke de Rijkscommissie vanwege de afdeeling Financiën ontvangt. Een basismeting had nog niet plaats; voor de berekeningen maakte men gebruik van een basismeting bij Bonn en een daaruit afgeleide gemeenschappelijke zijde van het Nederlandsche drie- hoeksnet en het »Rheinische Dreieksnetz«. Echter zal de nog uit te voeren basismeting weinig verandering brengen in de coördinaten der driehoekspunten. De Rijkscommissie had slechts machtiging voor het uitvoeren eener primaire en eener secundaire driehoeksmeting. Daarom werden de punten, die we eigenlijk tertiaire zouden willen noemen, betiteld met den naam van secundaire punten van den 2en rang. Juist van deze punten zullen, wijl zij in zoo grooten getale over ons land verspreid zijn, in elke hermeting van eenigen om vang verschillende worden opgenomen. Met de primaire punten en secundaire van den ien rang is dit in veel mindere mate het geval, zoodat de punten van den 2en rang voor ons eigenlijk belangrijker zijn dan de andere driehoekspunten. De primaire punten en secundaire van den ien rang zijn of worden voorzien van vastleggingen, de secundaire van den 2™ rang echter niet. Deze vastleggingen worden aangebracht in het gebouw, waarop het driehoekspunt gelegen is, of in de onmiddellijke nabijheid daarvan en zooals ik zooeven reeds opmerkte, kan het hoekpunt door locale metingen wiskunstig worden gereconstrueerd, zoolang één der vastleggingen ongeschonden blijft.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 30