3°5 Differentiëerende ten opzichte van x,x2 en x3 en gelijk nul stellende, is: X\ dxx -}- x2 dx2 -j— x3 dx3 o. (i) Nu is: dx dx2 dx3 o, blijkens de differentiaaluitdrukking van: x3-\- x2-\- x3 r. Wordt dxy -j- dx2 -f- dx3 o vermenigvuldigd met xx en daarna afgetrokken van (i), dan is: (x-2 x3) dx-j (x3 xij dx?) o, waaruit volgt, omdat dx2 en dx3 van nul verschillen: x2 xu derhalve xx =^r8; de fouten zijn bijgevolg aan elkaar gelijk. In plaats van dxx -j- dx2 -j- dx3 o met xx te vermenigvuldigen, kunnen wij een onbepaalde coëfficiënt k nemen en aftrekken van (i), waarna: (xx dxi -f- (x2 dx2 -f- (x3 k) dx3 o. Daar k geheel willekeurig genomen is, kan men dien coëfficiënt zoodanig bepalen, dat xx k o wordt, maar dan zal blijkens deze laatste uitdrukking ook: x2 k o en x3 li o zoodat men weer heeft: X\ x2 x3 k, of daar xx -j— x2 j-*- x3 is ook3 k r. De hier ingevoerde coëfficiënt k, draagt den naam van corre laat, en xx k x2 k x3 k worden correlatenvergelijkingen genoemd, en 3 k r normaal vergelijking, waaruit dus k gevonden wordt. Wij hebben alzoo: P\ P\ P\ !/3 r, P2=p2JrX2=p2+ V3 r> P3 p3 x3 p3 -j— >/3 r, waarmede nader bevestigd is, dat het verschil van 1800 en de -*3 Xl,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 313