309 respectievelijk vermenigvuldigd met en daarna on- g\ gi g" geteld, dan krijgen wij, wanneer dezelfde bewerking herhaald wordt eerst met de factoren en dan met de factoren g\ gi gn g\ g2gn' aa g h ab g k2 -(- ac g h n, ab .8 k\ bb g k2 -j- bc g k-s r2, ac g kx bc' g k2 -j- cc g. h r3, welke zich van de normaalvergelijkingen bij de indirecte waar nemingen met ongelijk gewicht alleen onderscheiden, dat daar als 't ware de factor g in den teller voorkomt, doch bij dit vraagstuk in den noemer. Daarom worden deze ook normaal vergelijkingen genoemd. Zijn hieruit de correlaten k\, k2 en k3 opgelost, dan vindt men met behulp van de bovenstaande corre- latenvergelijkingen de correctiën xu x2x„, en eindelijk de grootheden Pu P2 Pn, daar: P\ p\ ~t~ X\, enz. Nog eene opmerking over de voorwaarden- en correlaten- vergelijkingen (bldz. 308). Men ziet daaruit, dat de correlaten k\, k2 en k3 in de i° correlatenvergelijking juist die coëfficiënten hebben, welke X\ respectievelijk heeft in de drie voorwaarden vergelijkingen, n.l. ax, bx en cx. Zoo hebben diezelfde correlaten in de 2e correlatenvergelijking juist die coëfficiënten, welke x2 respectievelijk heeft in de drie voorwaardenvergelijkingen (a2, b2 en c2), enz. Dus de coëfficiënten in de voorwaardenvergelij kingen in verticale rij staan in horizontale rij in de correlaten- vergelijkingen. Men kan de correlatenvergelijkingen ook op andere wijze af leiden. Wij hebben n.l.: [gx 2] minimum en c\ Cl c„ g\ X\ dx 1 -)- g2 X2 dx2 -|-gnXn dXn O.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 317