h
h
h
h
h
313
xi 4~ Xï -4" X3 "I- 18
Xi -j- x5 -)- x6 -)- 24
X-t -)- Xg -)- Xij 12
x10 -f" Xu -)- Xn 30
X13 -\- xli x\b 4" 3°
xi6 4~ xn -(- xis x 2
ki
De 70 voorwaardevergelij ki ngof de som der hoeken om 't
centrale punt 360°. Wij onderstellen n.l. dat de hoeken ge
meten zijn met den sextant uan wel met den theodoliet volgens
de repetitiemethode, zoodat elke hoek afzonderlijk gemeten wordt,
want er zou altijd aan die voorwaarde voldaan zijn, door met den
theodoliet achtereenvolgens te richten op de punten B, C, DG,
totdat men weer op B gericht komt, en dan de aflezingen twee
aan twee van elkaar af te trekken, als wanneer de som dier
hoeken altijd 360° zal zijn.
De meting dier hoeken geeft:
1 A 64°55'36" xt
2 A 74° 3'48"+"*4
3 A 72°33'24" ~j-x7
4 A 79°23'i2" x10
5 A 28°3o' o" -(- x13
6 A 1°033',5 t" -!- £is
359°59'54" 4~ xi 4~ xi xi 4~ -^10 4~ 4~ -*i6 360°
of de 7e voorwaardevergelijking:
4~ -D 4~ ^7 4~ x10 -f- x13 -)- xl3 -)- 6" k-t
De 8e voorwaardenvergelijking V log sin R log sin L geeft:
2 log sin R
log sin
(i?l -)- Xg 9.84904 -f- 0.2I Xg
(C2 4~ «5 9.91925 0.14 X5
(Z>3 Xg 9.95360 -f O. IO Kg
[Ea xn) 9.85366 -f- 0.21 xu
(E5 Xn) 9.99799 -f- 0.O2 K,4
(G6 -f X„) 9.97122 -f- o.o8 Xl7
9.54476
Oorspronkelijk zijn echter deze
2 log sin L
log sin
(C\ -f X3 9.97333 -f 0.08 x3
{d2 4- x69.88296 4- 0.18 x6
{£3 9-83752 4" 0.22 Xg
4 *n) 9-9I37I 4~ O.I5 24 2
G5 4~ ^15) 9-96403 4~ 0.09 K,5
(B6 K18) 9-973IÓ 4- 0.08 2-ig
9-54471
2 sommen niet aan elkaar gelijk.