352
Voor de verdere verhooging, zie noot 47.
t. Toelagen aan ingenieurs-verificateur, landmeters, boekhouders en
teekenaars van het kadaster (51)28 800, 24 850, f 21 525>35-
(51). Volgens de bestaande regeling genieten de boekhouders toelagen
wegens gemis van inkomsten voor werkzaamheden voor particulieren. Die
toelagen werden gekweten uit de opbrengst van het particulier werk; alleen
de zuivere opbrengst werd aan den Staat verantwoord. Nu de onzuivere
opbrengst aan den Staat wordt verantwoord, moeten deze toelagen onder
de Staatsuitgaven worden gebracht. Om deze reden is deze post verhoogd
met 2100, zijnde het bedrag waarop die toelagen voor 1912 worden
geraamd.
Voorts is deze post hooger geraamd, omdat volgens de bestaande
regeling, in verband met de aanstelling van meer ambtenaren, meer
noodig zal zijn.
u. Toelagen aan adspirant-landmeters (getal 25) 540 a 720 (52).
11 600, 9 285, 7 675,33s.
(52). Hooger geraamd dan het voor 1911 toegestaan bedrag, met het
oog op verhooging van toelagen naar de bestaande regeling en van het
aanstellen van meer ambtenaren.
v. Toelagen aan de bewaarders van de hypotheken en het kadaster
tot bezoldiging van klerken ten behoeve van den kadastralen dienst, trak
tementen en standplaatstoelagen van Rijksklerken bij die bewaarders
(getal 140) (53)85 500, 81 000, 75 942,30s.
(53). Het geraamd bedrag is hooger dan dat voor 1911 toegestaan,
wegens vermeerdering van het aantal Rijksklerken.
bb. Traktementen, belooningen, toelagen en bureaukosten van een
ingenieur-verificateur (getal 1)3 500' f 3 500>
landmeters (getal 4)9 000, 9 000,
teekenaars der domeinen (getal 10). 9 900, 9 900, 8 510,41s.
Art. 39. Ontvangloon van de bewaarders van de hypotheken, het
kadaster en de scheepsbewijzen; belooning voor het stellen van een tweeden
stempel van het buitengewoon zegel; vergoeding aan de administratie der
posterijen voor den verkoop van plakzegels en belooningen aan depot
houders van postzegels en verdere gemachtigden tot den verkoop van
zegels, toegekend voor het debiet van zegels, alsmede schadeloosstelling
aan een ontvanger der directe belastingen enz. voor het gemis van ont
vangloon der heffingen welke bij de wet van 22 Juli 1899 Staatsblad n°.
173) zijn afgeschaft en schadeloosstelling aan ambtenaren der posterijen
wegens gemis van belooning voor den verkoop van plakzegels
a. Percentsgewijze belooning van de bewaarders (59)
18 800,590 000, 583 511,24s.