325
de draagkracht. Als voorbeeld van een regeling in dien trant wezen zij
op de Haagsche pensioenverordening.
Anderen oordeelden echter, dat er voor een wijziging in dien 'geest
geen aanleiding bestaat,
24. Weduwen- en weezenpensioenen.
Gevraagd werd, of de wetenschappelijke balans van het weduwen- en
weezenfonds voor ambtenaren, die naar den toestand op 31 December
191Ó is opgemaakt, reeds gereed is en of de publicatie daarvan weldra
is te verwachten. Gaarne zou men van den Minister in enkele woorden
vernemen, wat de financieele uitkomst is geweest van het beheer van het
fonds sinds de laatste wetenschappelijke balans werd opgemaakt. Mocht
er wederom een overschot voorhanden zijn, dan zouden eenige leden dat
wenschen te besteden om de weduwen- en weezenpensioenen te verhoogen,
die immers nog zeer bescheiden zijn.
Andere leden oordeelden, dat zulk een overschot moest worden aan
gewend om voor andere categorieën de toetreding tot het fonds te ver
gemakkelijken. Aan het openen van de gelegenheid voor tal van personen
om in het fonds deel te hebben bestaat dringender behoefte dan aan
verhooging van pensioen voor degenen, die reeds in het fonds zijn opgenomen.
Artikelen.
Salatisverhooging.
Eenige leden oordeelden termen aanwezig om van Rijkswege gratificatiën
toe te kennen aan de lagere ambtenaren, onder het Departement van
Financiën ressorteerende, met het oog op de groote prijsstijging, die ten
aanzien van bijna alle levensbehoeften in den laatsten tijd valt op te merken.
Men vroeg omtrent dit denkbeeld 's Ministers oordeel.
Van enkele zijden werd de opmerking gemaakt, dat in deze begrooting
verschillende traktementsverhoogingen voorkomen, welke in de toelichting
alle in afwijkende bewoordingen worden aangeduid. Nu eens is er (zie
Memorie van Toelichting) sprake van een vergoeding, die naast het
traktement wordt toegekend, dan (noot (4) van den toelichtenden staat)
van een verhooging der klerkentoelage; in noot (5) wordt gesproken van
traktementsverbetering, in noot (11) van periodieke verhooging, in noot (15)
van gewijzigde traktementsregeling. Enkele leden zagen hierin het gemis
van een vast systeem; zij vroegen, of bij den Minister geen algemeen
beginsel te dezer zake voorzit.
Vde Afdeeling.
Kosten van administratie der directie belastingen, invoerrechten en accijnzen, enz.
Art. 21, Litt. bb en cc. Ten aanzien van de bezoldiging der Rijksklerken