327 ambt aanmelden en de vereischte kennis blijken te bezitten, lang moeten wachten voor zij voor een aanstelling in aanmerking komen. Men vroeg, of hier geen maatregelen ter voorziening waren te treffen. De belooniug van de boekhouders van het kadaster werd door sommige leden onvoldoende geacht. In verband met de regelen, die gelden ten aanzien van het verrichten van particulier werk door deze ambtenaren, behoorde huns inziens het maximum traktement hooger te zijn gesteld. Zij bevalen een adres van de Vereeniging dier ambtenaren te dezer zake in 's Ministers aandacht aan. Ten aanzien van de teekenaars bij het kadaster werd de opmerking fjemaa.Vt.. Hat zii. Hie voor het evamen clarrpn maar w^nrpnc 1-mt 0 -~j,oj "T"""' aantal plaatsen niet geplaatst worden, het jaar daarop zich opnieuw aan het examen moeten onderwerpen, met de kans om, al voldoen zij wederom, wederom niet voor plaatsing in aanmerking te komen. Verscheidene leden oordeelden deze regeling onbillijk en drongen op wijziging aan. De vraag werd gedaan, welke voorschriften gelden met betrekking tot de kosten van onderhoud van de dubbelen der leggers en kadastrale plans, die ter secretarie der gemeenten berusten. Zijn de gemeenten tot betaling dier onderhoudskosten verplicht en, zoo ja, op grond van welke bepalingen Art. 43. De vraag werd door eenige leden gedaan, of het doel, waar mede de driehoeksmeting door het Departement van Financiën wordt gesubsidieerd, nl. gegevens te verschaffen, van belang voor de kadastrale opmetingen, wel in bevredigende mate wordt bereikt. Was men wel ingelicht, dan is twijfel gerechtvaardigd, of de zoogenaamde secundaire punten van den tweeden rang (tertiaire punten) door de wijze, waarop die thans worden vastgelegd, wel voldoende verzekerd zijn. Gaarne zou men te dezer zake eenige inlichtingen van den Minister ontvangen en vernemen, wat de Minister voornemens is te doen naar aanleiding van een desbetreffend request der landmeters. Acht hij geen termen aanwezig om, overeenkomstig het voorstel der landmeters, de vaststelling der tertiaire punten op te dragen aan daartoe alleszins bevoegde landmeters Enkele leden hadden vernomen, dat de ambtenaren bij de graadmeting tevergeefs hebben getracht zich als pensioengerechtigde amhtenaren te doen aanmerken. Zij vroegen, waarop ten deze de zienswijze der Regeering steunt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 335