328 STAATSBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1912. VIIde Hoofdstuk B. MEMORIE VAN ANTWOORD. (Ingezonden bij brie! van 5 December 19H J In antwoord op de opmerkingen en beschouwingen tot welke het af- deelingsonderzoek heeft aanleiding gegeven, heeft de ondergeteekende de eer het volgende aan te teekenen. Algemeene beschouwingen. 19. Pensioenwet. Wijziging van de Burgerlijke Pensioenwet in den hierbedoelden zin acht de ondeigeteekende niet noodig. Van de bestaande regeling ten aanzien van de pensioensbijdragen kan zijns inziens niet worden gezegd dat zij aan eenige categorie van ambte naren een naar hare draagkracht te zwaren last oplegt. 24. Weduwen- en tveezenpensioenen. De wetenschappelijke balans van het Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren zal binnenkort in druk verschijnen. Ter inzage van de leden wordt hierbij een exemplaar overgelegd. Het zal der Kamer blijken dat er een batig saldo is van 10 751 073. De wijze van besteding van dit saldo heeft, in afwachting van de voorstellen van commissarissen van het fonds, bij den ondergeteekende nog niet een punt van overweging uitgemaakt. Artikelen. Salarisverhooging. De ondergeteekende veroorlooft zich te dezer zake te verwijzen naar hetgeen in de Memorie van Antwoord betreffende hoofdstuk I der Staats- begrooting voor het dienstjaar 1912 bij 5 is medegedeeld. Dat verhoogingen van traktementen ondei verschillende benamingen worden voorgesteld, vindt als regel zijn oorzaak in het feit dat die ver hoogingen niet gelijksoortig zijn. Zoo is de in noot 4 bedoelde toelage als eene vergoeding der uitgaven voor belooning van klerken te be schouwen, zooals die ook door de ontvangers der directe belastingen enz. wordt genoten. De in noot 5 bedoelde traktementsverbetering is faculta tief tegenover de in noot 11 bedoelde periodieke verhooging, welke het uitvloeisel is eener organieke regeling, die voor het personeel bij 's Rijks Munt niet bestaat. In noot 15 wordt de wijziging eener bestaande orga-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 336