33
nauwkeurigheid werd na wetenschappelijk onderzoek onvoldoende
geacht; bovendien zijn vele driehoekspunten verloren gegaan of
kunnen niet meer met voldoende nauwkeurigheid teruggevonden
worden.
Kon voor het kadaster bij de primitieve meting niet aangesloten
worden aan een algemeene driehoeksmeting, voor de hermetingen
van lateren tijd waren de toen voorhanden gegevens der Meet
kundige Beschrijving onvoldoende gebleken.
In 1885 deed de Commissie voor graadmeting en waterpassing
aan de Regeering het voorstel om de tijdelijk onderbroken
driehoeksmeting van de je orde opnieuw ter hand te nemen en
over het geheele land uit te breiden, zoowel ter voldoening van
internationale verplichting op wetenschappelijk gebied als ten
behoeve van ons kadaster.
Op dat voorstel werd ingegaan en begin 1889 aan die opdracht
nog toegevoegd de uitvoering eener secundaire driehoeksmeting,
onmiddellijk aansluitende aan de driehoeksmeting van de ie orde;
daarmede was aangenomen de noodzakelijkheid eener algemeene
driehoeksmeting ten behoeve van het kadaster en in het vooruit
zicht gesteld, dat binnen korter of langer tijdsverloop de ligging
zou bekend worden van een voldoend aantal driehoekspunten,
waaraan een driehoeksmeting van lagere orde ten dienste der
kadastrale detailmeting verbonden zou kunnen worden.
De voorbereiding der secundaire meting werd aanmerkelijk
vertraagd en, terwijl bij voortzetting der primaire meting wel de
belangen der secundaire zooveel mogelijk behartigd werden, kon
eerst in 1898 met de eigenlijke secundaire driehoeksmeting een
aanvang gemaakt worden.
Reeds in het jaar 1895 waren twee landmeters van het kadaster
bij de Rijkscommissie gedetacheerd voor den dienst der secundaire
meting, zij werden voorloopig ingedeeld bij het personeel der
primaire meting en in 1898 voor de secundaire aangewezen, daarbij
volgens anciënniteit rang houdende met de ingenieurs der commissie.
Hetgeen ik tot nu toe zeide is natnurlijk van algemeene be
kendheid, maar ik meende die feiten nog eens in herinnering te
mogen brengen en desnoods dubbel te onderstreepen, om nogmaals
de aandacht te vestigen op het nauwe verband, dat bestaat
tusschen het werk der Rijksdriehoeksmeting en den dienst van het
kadaster. Uit het laatste verslag der Rijkscommissie blijkt, dat