35
ook tal van veranderingen door een geleidelijke werking in het
bouwwerk geconstateerd.
Kan men geregeld op de hoogte blijven van voorgenomen
verbouwingen der torens, dan kan door tijdige centreering het
driehoekspunt vastgelegd worden; aangezien echter de eigenaren
der bouwwerken gewoonlijk het belang van het behoud der drie-
hoekspunten volstrekt niet beseffen, blijkt het moeilijk daarvoor
afdoende maatregelen te nemen,
In zijn Inleiding tot Deel II wordt daarom ook door Prof.
Heuvelink tot bizondere opmerkzaamheid in deze aangelegenheid
aangespoord.
Nemen wij nu aan dat door toezicht van de ambtenaren van
het kadaster voortaan alle voorgenomen verbouwingen bekend
worden, dan blijven nog steeds de geleidelijke veranderingen der
bouwwerken, die het eenmaal bepaalde voorwerp een andere
plaats doen innemen dan die in coördinaten is opgegeven.
Omtrent deze veranderingen kan men op de eenvoudigste
wijze gegevens verkrijgen als het oorspronkelijke punt is vast
gelegd, door de centreering te herhalen; juist hier blijkt het groote
belang van centreering van alle torenpunten. De veronderstelling
dat deze veranderingen niet belangrijk zijn, berust op geen
enkelen grond, integendeel de ondervinding heeft geleerd dat
die veranderingen allerhande afmetingen aannemen: in Deel I
vinden we o.m. 4 en 7 c.M. opgegeven voor Assenede en Oud-
Gastel, maar we vinden er ook een verandering van 80 c.M.
voor Hulst welke laatste spits als bouwvallig gesignaleerd en
daarom herplaatst en beter voorzien werd. Hetzelfde is geschied
met Enkhuizen, waar dus eveneens een aanmerkelijke verplaat
sing van het eigenlijke driehoekspunt verwacht kan worden.
Ongetwijfeld zijn er hechte bouwwerken op solieden grondslag,
waar dan ook bij herhaalde centreering dezelfde uitkomsten
verkregen werden, maar daar tegenover zijn zoovele andere torens,
die er heel verdacht uitzien en met hunne afgetakelde spitsen,
armzalige toppen en scheefstaande kruisen alles behalve den
indruk van overdreven stabiliteit geven.
Ook van deze torens is de ligging bepaald en heel vaak ge
legen als eenling in een afgezonderd oord is hunne instand
houding als driehoekspunt van groot belang.
Mijne heeren, het komt mij voor als beneden de waardigheid