43
INGEZONDEN.
«Niet te qualificeeren».
De overname in de 2de aflevering van den vorigen jaargang
van «Niet te qualificeeren» uit «Suriname koloniaal Nieuws en
Advertentieblad» geeft mij aanleiding tot eenige aanmerkingen.
Ware die overname niet geschied in een vaktijdschrift als het
«Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde» dan had ik mij
daarvan onthouden; thans echter nu door de opname daarvan
een geheel verkeerd licht wordt geworpen op bestuursverrichtingen
in Suriname en moedwillig afbreuk aan goede bedoelingen wordt
gedaan voel ik mij verplicht de ware strekking van de bestuurs
daden b'oot te leggen en er tegen te hoeden dat men in Nederland
en elders in den waan verkeere dat de landmeetkunde in Suriname
op een dergelijken lagen trap staat als men uit dat stuk zou
moeten opmaken.
Waar de geachte Schrijver van genoemd stuk op bladzijde 78
spreekt van een «plomp verloren gestelde paal aan de monding
der Djoeka kreek» en het doet voorkomen als zoude deze paal
naar de meening van het Bestuur eenige grootere nauwkeurigheid
aan de ligging dier kreek geven, daar heeft hij geheel de be
doeling van het stellen dier paal niet begrepen. Die paal werd
niet gesteld om de kreekligging te bepalen maar alleen om de
Djoeka-kreek te identificeeren. Het is toch voorgekomen (wat
den geachten Schrijver zeker niet onbekend zal zijn) dat een
landmeter een andere kreek als uitgangspunt had genomen dan
de daarvoor aangewezene en toen daar kwesties uit ontstonden,
volhield dat de kreek van waaruit hij gemeten had de ware was.
In dergelijke gevallen is het dikwijls zeer moeilijk om te bewijzen
welke de goede kreek is, vooral als alleen de mond en niet de
loop der kreek is opgenomen en aan denzelfden rivieroever eenige
kreekjes dicht bij elkaar liggen.
Om nu in het vervolg dergelijke kwesties te voorkomen stelde
het Bestuur aan den mond van de Djoeka kreek, als zijnde een
officieel uitgangspunt een paal, m. a. w. het Bestuur bepaalde de
naam der kreek en niet de ligging. Dat was de geheele be
doeling. En om nu het stellen van deze paal aan het publiek
bekend te maken, vulde men de kaart aldaar met een «stip» aan.
Nadat schrijver op bladzijde 79 mededeelt op welke wijze de