47
Hier zijn dus klaarblijkelijk de 391 M. en 346.25 M. respec
tievelijk reeds van 31360 M. en 27700 M. afgetrokken. Hoe
kan nu schrijver in de volgende 2 regels verklaren dat: «deze
«verschillen moeten vermeerderd worden met de reeds gevonden
«waarden van 346.25 M. en 391 M.»P Dit is mij een raadsel.
Evenzeer is mij een raadsel het op pag. 82 medegedeelde
omtrent de boussoles der firma Kipp Zonen; daar wordt n.l.
gezegd, dat deze in den regel N. W. az. (schrijver bedoelt zeker
Westelijke aximuths) aanwijzen. Wordt de correctie bij boussoles
die Oost-azimuths aanwijzen dan anders? Ik zie niet in waarom,
en Schrijver zal mij zéér verplichten dit te verklaren, want ik
verkeer tot heden in de meening dat de correcties in beide
gevallen dezelfde blijven.
De heer Polak heeft in 1894 zijn uitmetingskaart ingediend
overeenkomstig de wijze van uitgifte op de officieele kaart. Op
deze kaart is het terrein figuratief geprojecteerd volgens de ware
meridianen, waarop ook Roseveld projicteerde en is daardoor
aan de officieel gestelde eischen van nauwkeurigheid voldaan.
Paramaribo, 20 October igio. P. Kamerling.
TWEEDE KAMER. STAATSBEGROOTING VOOR 1911.
Hoofdstuk V. (Binnenlandsche Zaken.)
Memorie van Antwoord.
Pensioneering van gemeente-ajnbtenaren en hunne weduwen en weezen.
Het drukken van het rapport, met verscheidene daarbij behoorende
tabellen vordert veel tijd en is nog niet geëindigd. De Regeering zal aan
dat onderwerp, zoo spoedig mogelijk, haar volle aandacht wijden; maar
de enorme kosten maken eene oplossing van de quaestie niet gemakkelijk.
Hoewel omtrent de plannen te dezer zake nog geen nadere mededeeling
kan worden gedaan, zij er reeds thans op gewezen, dat de constructie,
als zouden gemeente-ambtenaren in rechtstreekschen dienst van de Re
geering staan, niet kan worden aanvaard. Zij staan in dienst van de
gemeentelijke overheid.
Rijkscommissie voor graadmetmg en waterpassing.
Art. 220. De vraag, om een overzicht te ontvangen van hetgeen tot
dusver door de Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing is ver
richt, vindt hare beantwoording in de verslagen, die jaarlijks in de
Staatscourant worden afgedrukt.
