49 VEREENIGING voor KADASTER en LANDMEETKUNDE. Door het bestuur werd in 't laatst van November 1910 van den »Bond ter verkrijging eener wettelijke regeling van den Rechtstoestand der Burgerlijke Ambtenaren" de volgende circu laire ontvangen, welke ook voorkomt in »de Rechtstoestand" van December 1910: Aan onze Leden. „Het was eenige tijd voor onze jaarvergadering, dat het Bestuur een „schrijven ontving van den „Bond van Ambtenaren bij Departementen „van Algemeen Bestuur en Hooge Colleges van Staat te -'s-Gravenhage", „in welk schrijven het Bestuur gevraagd werd nog vóór de jaarvergadering „mede te deelen of het naar zijne meening op den weg van onzen Bond „ligt om te ijveren voor het tot stand komen eener regeling, bedoelende „onderhandeling tusschen administraties en publiekrechtelijke lichamen en „vakvereenigingen van ambtenaren bij het vaststellen, wijzigen of opheffen „van regelingen, de positie van de ambtenaren als zoodanig rakende. Zoo „ja, dan zoude volgens den genoemden Bond deze regeling behooren „plaats te vinden op de wijze als in het bekende Deensche ontwerp is „geschied. „Het Bestuur van onzen Bond heeft daarop in eene Bestuursvergadering „de zaak overwogen en geoordeeld, dat zij te belangrijk was om daarover „als Bestuur een beslissing te nemen. „Wij antwoordden dan ook, dat wij het in het algemeen nuttig en „wenschelijk achten, de kwestie der verhouding van overheid en vakver eenigingen in de jaarvergadering van 1911 te behandelen. Als onze „meening gaven wij te kennen, dat wij, afgescheiden van de vraag of het „noodig is de vereenigingen te hooren of wel er mede te onderhandelen, een „kontakt tusschen publiekrechtelijke lichamen en vakvereenigingen van „ambtenaren zeer gewenscht achten. „Wij wijzen onzen leden, de vereenigingen, er met nadruk op, dat het „hier een zeer belangrijke kwestie geldt. Dat, om deze zaak goed te „behandelen, een ernstige en degelijke voorbereiding noodig is. „Dat het verder van de vereenigingen afhangt of de voorbereiding goed „is, d. w. z. dat in uwe vergaderingen, in uwe organen en in de geheele „pers deze zaak, die ook gaat over het doel en het bestaansrecht uwer „organisaties, wordt behandeld als een ernstige zaak. Wij hadden ons zoo „ongeveer het volgende plan de campagne voorgesteld. „Aan het slot van dit stuk vinden de lezers een viertal vragen, die zoo „zijn gesteld, hopen we, dat een ruime beantwoording mogelijk is.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 49