H interval (50) (40) s (0,9420 0,8446) 0,0974 X 250 mm 24,3 mm, interval (50 40') (5° 00') (0,9966 0,9420) 0,0544 X 250 mm 13,65 mm. Blijkbaar zijn de verschillen van gelijknamige intervallen voor log-sin-schaal vermeld op pag. 60 sub d en deze log-^f-schaal gering. Op Nestler's Rietz, Nestle en Universal en systeem prof. Hanauer zijn beide schalen door eene «gemiddelde» schaal vervangen; de wet, volgens welke dit middelen plaats vond, is niet aangegeven. Men mag veronderstellen, dat genomen \sf(x) - (log sin x 4- log tg xmet x varieerende zoodanig, dat f(x) 2 tusschen de grenzen2 en1 varieert; de grenzen voor x zijn dan 34'22",63 en 50 43'29",02. Daar deze schaal, aangeduid door S& T, eene lengte heeft van 250 mm, is £=250 mm\ nu heeft men log sin x log x log p -f- log cos x, log tg x log x log p log cos x, zoodat f(pc) log sin x -j- log cos x en —f(x) -f- log tg x 1 log cos x-, de afwijking voor e log (100 sin x) en c-log 100 tg x) van de op de schaal voorgestelde functie bedraagt alzoo voor begin- en eindpunt resp. j log cos 34' 22",63 en s log cos 50 43' 29",02 of resp. 0,00002 X I25 mm en 2 0,00217 X I25 mm of 0,00 mm en ±0,27 mm. d, 1. Voor £=125 mm bedragen de verschillen der gelijknamige intervallen op de schaal voor log sin 34' 22",7 tot log sin 50 44' 2 i",o en op die voor log tg 34'22", 6 tot log tg 50 42' 38",1 de helft van die, welke uit de op pag. 60 sub d. en op pag. 64 sub d. gevonden waarden zijn af te leiden. Stelt men zich tevreden met eene schaal voor s 125 mm, dan mag men derhalve voor log tg .V binnen genoemde grenzen log sin x substitueeren. De schaal is dan congruent met de eerste helft van de op pag. 59 sub b genoemde schaal op de gewone rekenlinealen, en op die van Faber en Dennert u. Pape, welke voor log tg x geen argu menten kleiner dan 5°42'38",i bevatten. Bezigt men de schaal voor log sin x ter bepaling van tg x of 2 I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 64