6g
zelfden richtingscoëfficient als die van y log log jv; tg
dx
ï^rz:Aoge X -.log£=ffJL_Van af
log x x x log ;r x log x
x o verlaat zij het positieve deel der jy-as van uit een punt
OO asymptotisch, verwijdert zich de *-as naderende slechts
uiterst langzaam van de jy-as, en snijdt voor x =zo,i de x-ns
onder eenen hoek p bg tg- ongeveer 298° Nu is
0> 1 X
d2y d d
-Jxï ~dx g2 e X x 1 X log - 1 - log2 X log - 1 x)
log2 e x 2 log - 1 x x 1 log - 2 x
log3 e log x X l°g2 e
x2 {0g2~xwelke tweede afgeleide de waarde nul
verkrijgt voor o.a. x 0,368, d.i. de abscis van een buig-
punt, waarvoor y log log—0,3622 en waarbij lg(p
log2 e
e log e of cp ongeveer 3 io°. Voorbij x 0,368
log e)
neemt cp aanvankelijk langzaam, doch spoedig snel af om de
kromme asymptotisch te doen naderen tot de ordinaat x 1
naar een punt waarvoor y OO- Voor waardenx 1 is
y log log x) imaginair.
De projecties op de _y-as van punten der kromme met gelijk
abscissenverschil blijken nu voor schaalverdeeling alleen bruik
baar voor zoover zij ongeveer evenveel vóór en na het buigpunt
gelegen zijnbegin- en éindpunt van het te kiezen fragment
hangen af van de waarde der lengteëenheid Men heeft (zie
het overzicht op pag. 67) 1 log log 0,7943) en -)- 1
l°g log 10 I0), zoodat een fragment met het beginargument
0,7943 en met het eindargument 10 10 twee lengteëenheden
inneemt. Men vervangt de functie door log 1 o log x) welker
positieve waarden voor dit fragment varieeren van o tot 2. Het
midden der schaal wordt ingenomen door het argument 0,1,
waarvoor log 1 o log x) 1.
Op de lineaal Peter van Nestier komt deze schaal voor met
1 i i log2 e o, iQ
X