83
Nu is c' - c== 2,1 c -|- 0,63, en overeenkomstig a' a
0,63 X i.°3 (rekenlineaal) en b' b b -f 0,63 X
5 c 5 c
1,25 -f- (rekenlineaal in denzelfden stand). Men vindt a' a
1 >°3 °>44I5 en b' b =z 1,25 -f- 0,536 in mm nauwkeurig.
(Hammer, der log. Rechensch. etc. pag. 46). Meer voor de hand
lag c' c=2,i=o,3f 0,105 enz-
(Zie toepassing der lineaal op verkorte vermenigvuldiging bij
veelcijferige getallen op pag.
a, 3. Bijzonder geval a—i, b 1. Nu gaat x a X b X -
c
I I J
over in x te lezen Zi
c c
A7oor een schalenpaar, dat de argumenten 1 tot 10 bevat, neemt
men c' tusschen die grenzen, waardoor x' valt tusschen 0,1 en 1,
zoodat men jc te bepalen heeft uit x" IO Men vindt de
omgekeerde zvaarde*) van een getal c (tusschen 1 en 10) als vierde
evenredige tot c', 1 en 10 (of tot c', 10 en 1). Voor x 1
422,5
heeft men
x" 2,367 10 1 ^=2,367
1 4.225 4,225 10
en door schalenverwisseling
1 4.225 4.22510
2,367 10 1 X' 2,367
Voor een schalenpaar met argumenten van 1 tot 100 komen
ter bepaling van x~— de diverse mogelijke standen overeen
met de in het laatste voorbeeld sub «2 aangeduide.
c, (en d) Men heeft x\ «i en X2 «2 of wel yi =b\ en
j>'2 b2, welke gevallen door verwisseling der beide schalen in
elkander overgaan; de herleide segmenten vergelijking gaat over
in - waarbij log a2 X log «1 of a2 ci\ wordt bedongen.
Voor eene andere methode zie pag* 70. Zie voorts pag.
en de bepaling van x 1 op VoiGT's rekenlineaal, pag. noot.