kelijk opnieuw correctietermen -V io~6 4- ióio-?
1,8284
zou kunnen aanbrengen.
f, 4 Bijzonder geval b 1, met voorwaarde x —y d.
De gereduceerde segmentenvergelijking .2: X y en de voor
waarde x y— d leiden tot oplossing van x2 -f- dx a o
(zie f, 3).
Voor d= o, d. i. voor „r =j' lost men op x2 a. Men bepaalt
den tweeden-worteluit a door 2;, y, 1 en a te rangschikken,
x en y dat paar te nemen, dat uit gelijke getallen bestaat. Op
gemerkt dient te worden, dat x en y beide kleiner zijn dan a,
zoodat a als eindargument fungeert en niet bij het einde (10)
der schaal, doch bij i wordt afgelezen. De bewerking komt
neer op: Breng dekschaal in zoodanigen stand tegen de «--schaal,
dat met a der ^-schaal een getal op de /-schaal correspondeert,
gelijk aan het getal op de ^--schaal, dat met i der /-schaal
correspondeert.
Het is niet noodig de schalen met uiterste zorg in den juisten
stand te brengen; men neemt van beide aflezingen, zoodra zij
ongeyeer de schattingsgrens bereikt hebben, het gemiddelde.
f> 5 Ter bepaling der meetkundig middenevenredige tusschen
a en b leest men x2 ajjb als x X V X b of - met
voorwaarde x y. Voor a en b beide tusschen i en 10 ligt
ook x y tusschen i en 10. Men neemt op de eene schaal a,
op de andere b en leest in willekeurigen stand der schalen de
correspondeerende argumenten af, daarna verschuift eene der
schalen in zoodanige richting, dat van de beide laatste het kleinste
argument grooter, het grootste kleiner wordt en wel, totdat beide
gelijk geworden zijn. Men zal beginnen met a of b met eene
door ruwe schatting verkregen waarde voor x of y te doen cor-
respondeeren, om verder de lineaal voor hoogere benadering te
gebruiken. Bij V 7 X 4 5> laat men vooreerst ruim 5 corres-
pondeeren met 7dan blijkt de met 4 correspondeerende waarde
5,6 te groot. Men probeert 5,3 tegen 7, dan staat tegen 4 het
argument 5,28, welke waarde naar 5,3 moet worden opgevoerd;
Zie ook pag. 93.
8g
1 c i'n f T ic aanrronroiron c»r-» ^4
*»-» vuu ct.i.j.0 mv/gonj K.fc paicu latiuicu
y b