het uitvoeren eener lokale driehoeksmeting in de meeste gevallen is aangewezen op den openbaren weg. Th. L. Kwisthout. HET UITZETTEN VAN DE NOORDRICHTING. In verschillende leerboeken van eigen en van vreemden bodem worden bij de geodetische vakken ook eenige paragrafen of hoofd stukken gewijd aan sterrenkundige waarneming en berekening. Meer uitvoerig in zelfstandige werken en studies met beschrijving van de daarbij gebruikt woidende hulpmiddelen, zooals meridiaan cirkel, universaalinstrument, tijdmeter en andere nauwkeurigheids instrumenten voor de z.g. astronomische plaatsbepaling ter be rekening van breedte, lengte, azimuth en tijd. Voor eene wetenschappelijke behandeling van dat onderwerp heeft men natuurlijk de desbetreffende literatuur te raadplegen, maar voor eene practische azimuthsbepaling door het uitzetten van de meridiaaninrichting bestaan er een paar eenvoudige methoden, door Gauss o.a. aangegeven, die wel de aandacht waard zijn, ofschoon ze alleen daar op hunne plaats zijn, waar geen groote nauwkeurigheid vereischt wordt, of waar men eene zelfstandige opname, zonder aansluiting aan reeds berekende punten, toch naar het Noorden wil richten, of ook als louter tijdverdrijf, ware het slechts, om eens het bewijs te leveren, dat de landmeter zelfs niet voor het nachtelijk duister het veld behoeft te ruimen. De eerste en eenvoudigste methode is wel die, waarbij de verlangde uitkomst wordt verkregen met het ongewapende oog, ofschoon de landmeter daarbij toch gebruik maakt van de circum- polairsterren even goed als de astronoom die voor zijne waar nemingen gebruikt, zij het dan met behulp van instrumenten, die door verlichting van gezichtsveld en kruisdraden enz. voor nacht waarnemingen ingericht zijn. Zooals men weet, is de Poolster de helderste in het sterrenbeeld «de Kleine Beer», en staat zij aan de staartpunt van dit beeld ongeveer in het verlengde van de lijn, die door de sterren x en (3 van «de Groote Beer» gaat. Ook weet men, dat zij niet precies in den Pool staat, maar een cirkel van i a 2 graden daaromheen beschrijft, en dat zij tweemaal in de 24 uur door den meridiaan io8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 108