1 iö doende is, om bij loodrechten stand van het instrument het zichtbare gedeelte van het viziervlak op de beide sterren te kunnen richten. Voor andere landmeetkundige doeleinden naar den aard van het terrein heeft men dan ook den cilinder- en afgeknottenkegel- vorm van het instrument met en zonder horizontaalbeweging en rand verdeeling reeds gewijzigd, en bezigt men bij voorkeur de bolvormige equerre in heuvel- en bergachtige streken, ten einde ook voor op- en neerwaartsche richtingen van de vizierlijn te kunnen dienen. Met het oog op de groote helling van de vizierlijn naar de Poolster is het derhalve voor LI j| de bovenomschreven uitvoering ml I Mj gewenscht, om de bolvormige equerre in gebruik te nemen, ofschoon zelfs het gewone acht- TT kant daarvoor geschikt kan zijn. J De fout van ongeveer i o', die, 1J zooals reeds gezegd, bij deze waarneming begaan wordt, is klein genoeg, om niet in aanmerking te komen ten opzichte van de onnauwkeurigheid, die het gebruik van schietlood of equerre zelf al medebrengt. Bij de tweede methode, die een volgenden keer aangegeven zal worden, legt men de middaglijn vast met hulp van de mag neetnaald en de daarbij behoorende herleiding van de uitkomst. L. F. Leyendeckers. OPGAVEN VAN HET EXAMEN VOOR BOEKHOUDER VAN HET KADASTER, GEHOUDEN TE 's-GRAVENHAGE OP 18 FEBRUARI 1913 EN VOLGENDE DAGEN. Dinsdag 18 Februari. 9.30—11 uur. Nederlandsch. Maak een opstel over één der drie volgende onderwerpen. (Spelling van De Vries en Te Winkel.) Een straattooneeltje. Het Kerstfeest.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 110