Ten kantore van de hypotheken en het kadaster te
's-Gravenhage werd op 10 November 1912 in deel
1205 nummer 20, een stuk overgeschreven letterlijk
luidende als volgt: (behalve dat de dagteekeningen,
jaartallen en cijfers in letters waren uitgedrukt.)
AFSCHRIFT.
Heden den isten Mei 1912 verschenen voor mij, Jacob van
den Burg, notaris te Voorburg, de heeren:
i°. Anton van Dijk, particulier,
20. Bernard van Dijk, koopman,
3°. Jan van Dijk, landbouwer,
40. Mevrouw Marie van Dijk, echtgenoote van en geassis
teerd door den heer Jacob Verwey, fabrikant, met wien zij in
gemeenschap van winst en verlies is gehuwd volgens de bepa
lingen van het Nederlandsch recht,
5°. de heer Willem van Zon en
6°. de heer Jan van Rijswijk, koopman,
allen wonende te Voorburg.
Comparanten verklaarden
dat op 1 December 1911 te Voorburg is overleden Mevrouw
Gesiena van Dijk, echtgenoote van den comparant onder 6
genoemd, met wien zij buiten alle gemeenschap van goederen en
van winst en verlies was gehuwd, welke tot erfgenamen volgens
de wet naliet hare drie volle broeders hierboven sub 1 a 3 ge
noemd en haar volle zuster onder 4 vermeld, evenals de erflaatster,
kinderen uit het huwelijk van wijlen Abraham van Dijk en
wijlen Maria van Es, en haar halfbroeder sub 5 genoemd, uit
het huwelijk van wijlen Maria van Es en wijlen Jan van Zon;
dat de erflaatster Gesiena van Dijk bij testament verleden
voor mij, notaris, den isten Mei 1910 aan haar echtgenoot heeft
gelegateerd het vruchtgebruik van de helft harer nalatenschap;
terwijl zij heeft gelegateerd aan haar halfbroeder, comparant sub 5,
een waarde van f 10,000, waarvoor hem goederen uit hare nala
tenschap moeten worden toegedeeld. Deze making geschiedde
onder den last, om hetgeen daarvan bij het overlijden van den
legataris onvervreemd en onverteerd zal over zijn, uit te keeren
ii4
B.