146
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Financiën,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur der
Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde, gevestigd te
Amsterdam, welker statuten zijn goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 4 December 1887 N°. 23,
dat het bij het samenstellen van het d.d. 2 December 1912
ingediend request met memorie van toelichting en 144 bijlagen
geen gebruik heeft gemaakt van alle te zijner beschikking staande
-gegevens, omdat het er naar heeft gestreefd zijn betoog in zoo
kort mogelijken vorm samen te vatten,
dat het na genoemden datum van indiening zijn onderzoek
inzake door de controleurs der Grondbelasting verstrekte opgaven
ter uitmeting van veranderingen aan gebouwde eigendommen
heeft voortgezet,
dat het daarbij steeds meer is gesterkt in zijn in het eerste
request met bijlagen ontwikkelde meening dat een goede uitvoering
van de wet op de grondbelasting ten aanzien der gebouwde eigen
dommen niet gepaard behoeft te gaan met den thans bestaanden
voor het kadaster onhoudbaren toestand,
dat het ook ten aanzien der ongebouwde eigendommen eenige,
grootendeels analoge, beschouwingen opstelde, die z.i. belangrijk
genoeg zijn om onder de aandacht van Uwe Excellentie te
worden gebracht.
dat naar zijne meening zooal geen afdoende, dan toch aan
merkelijke verbetering is te wachten van eene regeling, waarbij
de controleur der Grondbelasting de door hem verzamelde opgaven
van veranderingen na onderzoek in loco (dus na de schatting)
schift volgens regelen door de administratie van het Kadaster
te stellen,
dat afdoende verbetering z.i. slechts bereikbaar is door het
brengen van schatting en meting in één hand, hetgeen zoowel
ten voordeele van de schatkist als van de instelling Kadaster
zou blijken te zijn,
redenen, waarom het de eer heeft Uwe Excellentie hierbij
aan te bieden eene memorie waarin het bovenstaande uitvoerig
wordt toegelicht met eerbiedig verzoek die memorie wel in