155 Aan tal van misstanden zou daardoor een einde worden gemaakt; de last ontstaande uit het gebruik van hetzelfde archief door beide categorieën van ambtenaren, hetgeen tot vertraging aanleiding geeft, vooral in plaatsen waar geen controle der G. B. gevestigd is, zou ophonden. De woeste gronden worden op de veldplans aangeduid met een rood streepje onder het perceelnummer: de landmeter constateert op z'n dienstreis dat vele roode strepen kunnen vervallen omdat de perceelen geheel in cultuur gebracht zijn; hij mist echter de bevoegdheid die perceelen den controleur ter schatting op te geven. Ook bleek meermalen dat een controleur van dergelijke inlichtingen geen nota nam. De landmeter moet op de door hem vervaardigde hulpkaarten onder de nummers der nieuwe perceelen, al zijn ze geheel gecultiveerd, zoo ze maar gedeeltelijk afkomstig zijn van een rood onderstreept perceel, eveneens roode strepen zetten, terwijl in den bijbehoorenden staat N°. 75 toch constateert dat die perceelen bouw- of weiland in 't algemeen ontgonnen grond zijn en dus hebben opgehouden tot de woeste gronden te behooren. De vernummeringen zouden zooveel mogelijk worden beperkt enz. Wat wij voorstaan is volstrekt niets nieuws. In de N. R. C. van 22 October 1903 kwam onder den titel «Bezuiniging» een ingezonden stuk voor, geteekend B, later over genomen in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jaargang 1903, blz. 224-226, dat een pleidooi was voor de op heffing van het corps Controleurs der Directe Belastingen en v/h. Kadaster (thans Controleurs der Grondbelasting). Berekend werd dat een jaarlijksche besparing van Rijksuitgaven van die opheffing het gevolg zou zijn van rond f 60000. Sedert zijn de toestanden eenigszins gewijzigd d.w.z. het aantal ambtenaren belast met de schattingen voor de G. B. heeft uit breiding ondergaan, zoodat het bedrag dat thans jaarlijks bezuinigd zou kunnen worden, belangrijk is gestegen. Thans worden surnumerairs der G. B. gerecruteerd uit de Surnumerairs der Directe belastingen, terwijl men daarnaast het systeem volgt dat ontvangers der D. B. als toegevoegde ambtenaren aan controles worden werkzaam gesteld, weldra den titel van adjunct-controleur en niet lang daarna dien van controleur ver werven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 157