«56
Na een werkzaamstelling van enkele maanden gaan deze oud
ontvangers reeds schattingen verrichten.
Het spreekt wel van zelf dat, waar men in de praktijk dus
ziet dat het terrein werk der controleurs reeds na een zoo korten
tijd verricht wordt door ambtenaren die uit den aard van hun
vorigen werkkring volkomen vreemd zijn in het hun nieuwe voor
een goed deel kadastrale werk, men veel beter hetzelfde werk
kan opdragen aan de personen die in een voornaam gedeelte
van dit werk reeds geheel thuis zijn: de landmeters v/h. Kadaster.
Het kantoorwerk der controleurs geschiedt thans reeds voor
het leeuwendeel door klerken en deze werkzaamheden, zoowel
als die niet door de klerken worden verricht zijn niet van dien
aard dat daarvoor een afzonderlijk, zeer duur corps ambtenaren
gehandhaafd dient te blijven.
Aan bovengenoemd artikel «Bezuiniging» ontleenen wij verder
nog het volgende:
«Deze ambtenaren (de landmeters) die, de meting doende, op
«het terrein komen, zijn met de toestanden volkomen vertrouwd
«en kunnen zonder eenig bezwaar tegelijkertijd de schatting
«bewerkstelligen.
«Waar de betrokken dienstvakken, zonder soms voldoende af-
gebakende taak zoo dicht naast elkaar staan, ontstaat rivaliteit,
«die in den dienst bezwaren geeft.
«Bij de verschillende schattingscommissies voor de herziening
«der gebouwde eigendommen, werk gelijksoortig aan dat der
«controleurs, waren zelfs particuliere personen voorzitters. De beide
«categoriën (metings- en schattings-) ambtenaren ressorteeren onder
«verschillende afdeelingen van hetzelfde departement (registratie
«en direct^ belastingen) en dit veroorzaakt noodeloozeti omslag
«in de administratie.
«Met een ernstigen wil valt hier inderdaad te bezuinigen.»
Een practisch bezwaar zou kunnen worden tegengeworpen en
wel dit: de controleurs bezoeken de te schatten perceelen met een
lid van het college van zetters en houden vergaderingen met dat
college. Welnu naar onze meening is er niets tegen dat de
landmeter tijdens zijn dienstreis en het college van zetters op eigen
gelegenheid schat! Vóór zijn vertrek uit de gemeente belegt de
landmeter een vergadering met het college van zetters en daarin
worden de schattingen vergeleken en vastgesteld; men heeft dan