172
tegenwoordigd waren 19 Staten, n.l. België met 1, Chili met 2, Denemarken
met 4, Duitschland met 20, Frankrijk met 6, Griekenland met 1, Engeland
met 2, Italië met 3, Japan met 2, Mexico met 1, Nederland met 3,
Noorwegen met 1, Oostenrijk met 2, Rusland met 1, Zweden met 2,
Zwitserland met 1, Spanje met I, Hongarije met 1 en de Vereenigde
Staten met 2 afgevaardigden.
Aan de eerste bijeenkomst was een feestelijk karakter gegeven in ver
band met de omstandigheid dat er vijftig jaren waren verloopen, sedert
in 1862 te Berlijn op aansporing van den generaal Baeijer de afgevaar
digden van een aantal Staten van Midden-Europa bijeen kwamen en daar
de vereeniging stichtten onder den naam van Midden-Europeesche Graad
meting, welke in 1867 tot Europeesche Graadmetmg werd uitgebreid en
TëderFT885, in verband met de toetreding van Staten buiten Europa den
tegenwoordigen naam draagt. De zaal was versierd met planten en
bloemen, en op het podium prijkte het borstbeeld van den stichter
generaal B a e ij e r.
Uit naam van de Regeering der Vrije- en Hanzestad Hamburg werden
de afgevaardigden begroet door den Senator von Meile, uit naam van
den Duitschen Rijkskanselier door Freiherr von Stein en uit naam van
den Pruisischen Minister van Onderwijs en Eeredienst door prof. dr. Krüss.
Deze toespraken werden beantwoord door den voorzitter, generaal
Bassot, waarna de bestendige secretaris, de heer H. G. van de Sande
Bakhuyzen een overzicht gaf van de lotgevallen der vereeniging sedert
hare oprichting en van hetgeen door haar of op hare aansporing in het
belang der geodetische wetenschap is tot stand gebracht. Ten slotte gaf
de heer Helmert een overzicht van de werkzaamheden van het centraal-
bureau der vereeniging in de verloopen halve eeuw.
In de 2de zitting bracht de bestendige secretaris verslag uit omtrent de
administratieve werkzaamheden in het tijdvak 19091912. De in dit
tijdsverloop aan de vereeniging ontvallen afgevaardigden, de heeren Bouquet
de la Grije, Felippe Valle, von Sterneck, Lehrl, Bosscha,
Schiaparelli en Poincaré werden in waardeerende bewoordingen
door hem herdacht.
Hij deelde mede dat het Australische Gemeenebest tot de vereeniging
is toegetreden, zoodat van de vijf werelddeelen thans alleen Afrika nog
niet vertegenwoordigd is.
Vervolgens deed de heer Helmert mededeeling van de werkzaamheden
van het centraal-bureau sedert de ióde conferentie in 1909.
Hierna bracht de heer Albrecht verslag uit van de werkzaamheden
van den internationalen breedtedienst in de jaren 19091912. Op de 6
stations op de parallel van 390 8' "N.B. zijn de waarnemingen geregeld
voortgezet; op de parallel van 390 55' Z.B, waren de waarnemingen op