i78
te Bruine Haar en Coevorden I en verrichtte nog centreeringsmetingen te
Kloosterhaar I, Beerserbelt, Grolloërveld en Grooteveld.
De vierde ploeg voltooide de verkenning van de provincie Groningen.
Zij verrichtte de metingen op de navolgende stations: Usquert, Rottumer-
oog I, Noordpolder, Eemspolder, Uithuizermeden I, Oostpolder en Hol-
wierde. Op elk dezer stations werden ook de noodige centreeringsmetingen
uitgevoerd. Waar het terreinpunten betrof werden bovendien de vast-
leggingssteenen, indien nog niet aanwezig, gesteld.
Nog verrichtte zij centreeringsmetingen op de stations: Rottumeroog III
en Bedum I.
Op de langs de kust gelegen stations werden op verzoek van den chef
van de afdeeling Hydrographie van het Departement van Marine nok
waarnemingen gedaan, ter bepaling van punten, welke voorkomen in de
Hydrographische kaarten.
De inrichtingen, noodig voor de opstelling der instrumenten, werden
evenals vorige jaren in den loop van den zomer gemaakt en de torens
na voleinding der waarnemingen in hun vorigen staat teruggebracht door
en onder leiding van twee timmerlieden in vasten dienst, aan wie daartoe
de noodige gegevens werden verstrekt.
De berekeningen van de secundaire driehoeksmeting werden voortgezet
door de ingenieurs Wildeboer. en Canters. Meer in het bijzonder werd
de vereffening der waarnemingen bewerkt voor secundaire punten van
den istcn en 2den rang in West Noord-Brabant, Zeeland en Zuidholland,
waaronder alle waargenomen punten in den Haag en Leiden.
Uitkomsten der driehoeksmeting konden in 1912 beschikbaar worden
gesteld als volgt
Coördinaten, enz. van punten langs den Nederrijn en de Lek ten be
hoeve van de Rivierkaartvan punten in den omtrek van Geertruidenberg
en van het Axelsche gat ten behoeve van domeinmetingen, en van punten
in den omtrek van Leiden ten behoeve van 's Rijks zee-instrumenten.
De stand van de terreinwerkzaamheden op 31 December 1912 wordt
aangegeven op het hierbij gevoegde schetskaartje.
Rijksdriehoeksmeting.
Door arceering is in nevenstaand kaartje aangeduid tot hoever de
terreinwerkzaamheden zijn gevorderd bij het einde van het jaar 1912.
Sterrekundige waarnemingen.
Dr. H. J. Zwiers heeft zich, voor zoover zijne werkzaamheden als
observator aan de sterrewacht te Leiden hem daarvoor de gelegenheid
gaven, bezig gehouden met de verdere herleiding van de waarnemingen