i8
Arrest van den Hoogen Raad der Nederlanden. (Zitting van
22 December 1911). Wanneer iemand zonder eenig zakelijk
recht op den bodem huizen bouwt, wordt de eigenaar van
den grond eigenaar van het daarop gebouwde. Weekbl. v. h.
Notariaat 1912, bladz. 169172.
(Zitting van 5 Januari 1912). De uitdrukking „erf" in
art. 721 B. W. heeft de beteekenis van een lichamelijk on
roerend goed. Ook een grondstuk, dat tot openbaren weg
bestemd is, is derhalve een erf, in den zin van art. 721 B. W7.
Weekbl. v. Privaatr., Not.-arnbt. en Reg. 1912, bladz. 386—388.
(Zitting van 31 Mei 1912). Verjaring Art. 671 B. W.
Weekbl. v. PrivaatrNot.-arnbt en Reg. 1912, bladz. 536-539.
Arrest van het Gerechtshof te Amsterdam (Zitting van 13
December 1910). Kadastrale omschrijving bij de overschrijving
van den titel van eigendomsovergang is in art. 671 B. W.
niet voorgeschreven en de reden waarom deze omschrijving
pleegt te geschieden moet in hoofdzaak worden gezocht in
het voorschrift van art. 37 al. 2 Wet. Not. Ambt.
Opzegging van verschuldigd hypothecair kapitaal aan het
gekozen domicilie. Weekbl. v. h. Notariaat 1912. bladz. 9193.
(Zitting van 29 Juni 1911). Verbod aan den schuldenaar om
het bezwaarde goed, buiten toestemming van den schuldeischer,
te verhuren. Weekbl. v. h. Notariaat 1912, bladz. 307310.
(Zitting van 3 Mei 1912). Het bestaan van een servituut
van overpad kan niet bewezen worden door overlegging van
een akte, waarbij de eigenaar van het erf, naar beweerd wordt
dienend erf, verklaart dat perceel te verkoopen met de ver
melding dat tot de lijdende servituten ten laste van dat erf
bestaande het bedoeld recht van overpad behoort. Weekbl. v.
Privaatr., Not.-ambt en Reg. 1912, bladz. 486487.
Ausgestaltung des preussisclien Vermessungswesens. Denkschrift
des deutschen Geometervereins an die Immediatkommission
zur Förderung der Verwaltungsreform in Preussen. Zeitschr.
f. Verm. 1912, S. 57—95.