Toch vermoed ik hierachter een zekere vrees om bij den Minister
rondweg voor eigen meening uit te komen.
Zijn we dan zoo weinig vrije menschen, dat we niet durven
wijzen op het o. i. grievende in die aanschrijving; grievend voor
de velen, die er voor zorgen, dat hun dienst gereed komt en op
tijd gereed komt?
Dit ten eerste. Ten tweede mocht het bestuur niet twee
zaken, die slechts verwijderd verband met elkaar houden, als het
ware aan elkaar koppelen door te motiveeren als volgt: «Naar
onze meening zal deze geheele actie, die gericht is op afschaffing
van onnoodigen kadastralen arbeid, worden tegengewerkt of teniet
gedaan, indien uitvoering wordt gegeven aan het besluit der
algemeene vergadering van 21 September j.l.»
Die logica ontgaat me, maar misschien wil het bestuur ons dat
nog eens uitleggen Hoe het zijik ben overtuigd, dat door die
koppeling velen zijn teruggehouden, die instemden met het verzoek
opzichzelf beschouwd. Het feit is er nu eenmaal, ik hoop gelegen
heid te hebben er straks in een ander verband nog even op terug
te komen.
De heer Smit begint met zich geheel aan te sluiten bij de
opmerkingen van den heer Houben, waarna hij wil treden in
beschouwingen over de acties voor lotsverbetering in 't afgeloopen
jaar. Op een vraag van den voorzitter om deze te bespreken
bij punt i der agenda, verklaart de spreker daartegen geen be
zwaar te hebben indien punt b dan ook maar aangehouden wordt.
Anders zou latere bespreking geen raison meer hebben daar met
het goedkeuren van het verslag tevens de bestuursdaden zouden
zijn goedgekeurd. Nadat de voorzitter er in toegestemd heeft
de aanhangige besprekingen thans voort te zetten, vervolgt de heer
Smit, dat in 't afgeloopen jaar door de ouderen een afzonderlijke
actie werd gevoerd buiten het bestuur om. Verwijzende naar
een soortgelijk optreden in [910, vraagt hij wat het bestuur thans
had gedaan om deze actie te voorkomen. Vervolgens de actie
der jongeren besprekende, zet spr. uiteen hoe de jongeren, eerst
voor minimum verhooging, zich later voegden naar den wensch
van het bestuur om de geheele actie te hervatten. Breedvoerig
wordt de actie der jongeren als geheel reglementair verdedigd,
waarbij spreker betoogt dat aan de circulaire van 21 Jan. j.l. ge
heel de beteekenis van een stemming met bindende uitspraak
ig2