193
voor het bestuur moest worden gegeven. Ten slotte wordt de
opmerking gemaakt dat het comité der jongeren thans is ontbonden
en dat der ouderen nog bestaat, wat door spr. word becritiseerd
evenals het protest van de „55" waartoe de oudere collega's niet
gevolmachtigd waren.
De voorzitter beantwoordt de verschillende sprekers. Alle argu
menten zijn niet steeds voor publicatie geschikt, ook thans niet.
Wat het voorstel Hou ben betreft, men moet wel bedenken dat
door de landmeters zelf een arbeidstijd werd opgegeven van 6 tot
8 uur. De uitslag van het referendum heeft het bestuur overigens
met groote meerderheid van stemmen in het gelijk gesteld. Dat
de leden zich door de referendum circulaire te veel hebben laten
beïnvloeden, betwijfelt spreker; het bestuur heeft niet te klagen
over te groote volgzaamheid der leden.
Ten aanzien der tractementsactie diene dat het bestuur er niet
over dacht tot hervatting daarvan over te gaan.
11 December 1912, dus ongeveer 3/4 jaar vóór er weer een
gewone algemeene vergadering te wachten was, kwam een verzoek
tot het bestuur, uitgaande van ongeveer vijftig leden om met spoed
de minimum actie te beginnen.
Het bestuur, hoewel zelf de urgentie niet inziende, maar door
het groote aantal onderteekenaren aan het twijfelen gebracht, of
het ten deze wel homogeen dacht met de leden in het algemeen,
besloot een onderzoek in te stellen naar den algemeenen geest
die er onder de leden heerschte ten aanzien van een onmiddellijk
hervatten der algemeene tractementsactie.
Hieraan ging vooraf een correspondentie met de Deventer-
heeren waarbij het bestuur zijn steeds ingenomen standpunt hand
haafde: indien actie dan de geheele actie van 1910 hervat; het
bestuur vertegenwoordigt alle leden en kan dus niet voor een deel
der leden afzonderlijk gaan ageeren. De geadresseerden konden
dit billijken en gaven te kennen dat wij hun verzoek gewijzigd in
dezen zin konden beschouwen.
Teneinde het verwijt te ontgaan dat het bestuur bij boven
genoemd onderzoek wilde influenceeren, richtte het zijn circulaire
van 21 Januari 1913 zoo in, dat daaruit niet bleek dat het zelf
unaniem tegen oogenblikkelijke salarisactie was.
Ondanks deze voor het verzoek der 50 tegemoetkomende houding
van 't bestuur, bleek een groot deel der leden zijn opinie te deelen.