ig6
bestuur een terechtwijzing toe te dienen of desnoods zijn rechten
te verkorten want de algemeene vergadering is souverein. Komt
nu de herzieningscommissie als een heelmeester om kwalen te
genezen? Neen, ze wil als een slager aan 't hakken gaan en de
vereeniging in elf stukken verdeelen. Aan ieder stuk zal leven
worden ingeblazen en tezamen zullen ze in één richting gaan,
het bestuur in die ééne richting medesleepende. Maar heeft men
er wel aan gedacht dat afdeelingen het nu juist niet altijd eens
zullen zijn en dat daaruit zeer veel wrijving kan ontstaan? Spreker
kan zich voor sommige gevallen afdeelingen voorstellen; in onze
vereeniging is dit echter niet noodig. Wij hebben een vereeniging
van intellectueelen die elkaar niet zoo veel nieuws hebben te
vertellen. Wat is nu eigenlijk de reden waarom men afdeelingen
zou willen oprichten? Deze, dat men meer dan tot nu toe wenscht
een vakvereeniging. Speciaal aan de jongeren wil spreker de
vraag voorleggen of ze meenen daardoor werkelijk hun persoon
lijke belangen beter te zullen zien behartigd.
Onze vereeniging heeft goede dagen en dagen van teruggang
gekend; als ze algemeene belangen behartigt, als door haar op
treden blijkt dat ze moeite doet voor haar zaak, wekt ze bij de
buitenstaanden belangstelling, ook aan het departement en bij
den Minister.
Een groot man gaf aan zijn volgelingen, die hem vroegen om
voorschriften hoe ze hadden te handelen, ten antwoord: als de
geest goed is onder u zijn voorschriften niet noodig en is de
onderlinge geest niet goed dan kunnen voorschriften niet baten.
Doch ook al mocht besloten worden tot een vakvereeniging,
spreker blijft lid en spreekt de hoop uit dat, loopt het anders, ook
de anderen de vereeniging niet zullen verlaten.
De heer Krijgsman. Nu we de besprekingen zullen gaan
beginnen van de door ons ingediende reorganisatie-voorstellen
komt het de commissie, die daarvoor werd gekozen, gewenscht
voor nog eens een korte samenvatting te geven van de argumenten
vóór haar voorstellen en de motieven, die tot die voorstellen
hebben geleid. Het spijt ons, dat die voorstellen niet zijn van de
geheele commissie en dat de bewering, opgenomen in den aanvang
van ons rapport: «dat de commissieleden het in velerlei opzicht
met elkaar eens waren», niet is bewaarheid. Aanleiding tot die,
thans onjuiste clausule, is de heer Kreeftenberg geweest, die