1q7
óp de twee conferenties, die we hadden, zijn bezwaren schijnbaar
liet varen en het blijkbaar met collega de Kor ver en mij eens
scheen te zijn, doch die zich later, blijkens zijne verklaring, voor
een goed deel van onze voorstellen losmaakte. Wij beiden moeten
ons daarom thans ook keeren tegen zijn amendementen.
Ik kom thans tot de verdediging van de reorganisatie, tot vraag
punt i van onzen beschrijvingsbrief.
Waarom is die reorganisatie noodig? Omdat het in onze ver-
eeniging niet gaat, zooals het in een goede vereeniging gaan moet.
Er is geen verband tusschen het bestuur en de leden. Het bestuur
heeft geen gelegenheid de meeningen van de leden over verschil
lende belangrijke zaken te vernemen, de leden maken er geen,
of althans zeer weinig gebruik van het bestuur in een bepaalde
richting voort te stuwen. Het bestuur is bij ons niet de uitvoerder
van de besluiten, die de vereeniging neemt, is niet de mandataris
van de vereeniging, maar staat vrijwel los ervan. Dat geeft aan
leiding tot klachten, dat er niet genoeg wordt gedaan of dat het
bestuur te zelfstandig, te eigenmachtig optreedt. Beide verwijten
zijn, men herinnert het zich, in de laatste jaren meermalen gehoord.
Een zeer sterk bewijs van het weinige verband dat er bestaat
tusschen bestuur en leden, levert wel het afgeloopen vereenigings-
jaar, waarin N. B. twee groepen van leden actie's (salarisactie's)
gingen beginnen, waarvan het bestuur niet de leiding had, buiten
het bestuur om.
De schuld van deze fouten in onze vereeniging ligt niet bij
het bestuur, dat, naar we vertrouwen, ijverig en van goeden wil
genoeg is. De schuld ligt ook niet bij de leden, die als het
noodig blijkt, actief genoeg zijn om voor de belangen van de
vereeniging of van het kadaster op te treden. Dikwijls tot schade
van het prestige van de vereeniging, toonen ze dan hun ijver en
hun activiteit, door b. v. reeds bij autoriteiten ingediende memories
te desavoueeren of te veranderen. De schuld ligt bij den organi
satievorm van onze vereeniging, die niet de mogelijkheid biedt,
om langs reglementairen weg groepsgewijs met het bestuur in
verbinding te komen. Die mogelijkheid nu willen de Kor ver
en ik scheppen en daarmee aan onze vereeniging nieuw leven
inblazen. Daarom dienden we voorstellen in tot hervorming, tot
reorganisatie van onze vereeniging.
Nu is onze vereeniging procentsgewijs een tamelijk sterke ver-