203
4Ö. Het bezoeken van de Technische Hoogeschool te Delft
door de adspiranten.
5°. Het Tijdschrift met tal van wetenschappelijke artikelen.
Nog herinnerende aan 't schrijven van Januari 1909 van de Heeren
Meyer, v. d. Veur en Colpa, welke, benoemd als leden der
feestcommissie, vonden dat er geen reden was, om feest te vieren,
concludeert spreker dat we tot reorganisatie moeten overgaan indien
men het aanzien onzer vereeniging mag afmeten naar de resultaten.
Spreker zet dan uiteen hoe hij voor onze vereeniging aansluiting
wenscht te zoeken bij de direct-belanghebbenden bij het Kadaster
met name: grondeigenaren, bouwondernemers en allen die ge
ïnteresseerd zijn bij het grondcrediet. Dan zullen we met het
vele wat we van onze voormannen in theorie hebben geleerd,
misschien in de practijk nuttig werkzaam kunnen zijn; en dan
zal ook een Minister niet als verleden jaar, over ruilverkaveling
sprekende, zeggen dat er geen aandrang komt van de belang
hebbenden zelf.
De Staatscommissie inzake registratiewetgeving enz. is niet
ontstaan tengevolge van aandrang onzer vereeniging; zelfs werd
een verzoek van onze vereeniging om een afzonderlijke commissie
voor 't Kadaster van de hand gewezen.
Daarna komt spreker tot de tweede vereeniging n.l. de vak-
vereeniging van landmeters en vraagt weer of het aanzien van
onze vereeniging beslissend is geweest voor wat op materieel
gebied werd bereikt. Daartoe verwijst hij naar de wetenschappelijke
salarisactie van 1907, waarbij wiskundig werd aangetoond dat
sinds 1878 alle ambtenaarstractementen met jj°lo zijn verhoogd,
wij daarentegen slechts 2°/o in inkomsten zijn vooruitgegaan.
Weet men daarbij dat bijna alle ambtenaren in vakvereenigingcn,
wij daarentegen in een wetenschappelijke vereeniging zijn ver
bonden, dan vraagt Spr.: waar blijft de gunstige werking van
't aanzien onzer vereeniging? Tevens wordt gewezen op de
standplaatstoelagen, die eenigszins verband houden met de maat
schappelijke positie en wordt als voorbeeld aangehaald: Amster
dam waar een controleur der grondbelasting een toelage ontvangt
van f 600, een landmeter f 200 en een klerk der registratie f 240.
Spreker vraagt dan waarom men geen vakvereeniging wenscht
en wijst er eerst op dat er een groot verschil is tusschen vak-
vereenigingen in het vrije bedrijf en vereenigingen van ambtenaren