èö4
welke eenzelfde positie bekleeden, zoodat het hier geen politieke
kwestie kan of mag wezen; dan zegt spr. mag hier ook niet
gesteld worden de antithese voor of tegen het lidmaatschap van
de hoofdambtenaren. Hij geeft als zijn meening te kennen dat
de reorganisatie in geene deele is geprovoceerd door de leden-
niet-landmeters, maar omdat het afgeloopen jaar duidelijk heeft
getoond dat onze tegenwoordige organisatie een gezond ver-
eenigingsleven tegenhoudt. De positie van de hoofdambtenaren
wordt dan ook in de nieuwe vereeniging veel gezonder en aan
genamer dan tegenwoordig wat met eenige voorbeelden wordt
aangetoond. Het geldt thans ook alleen de vraag voor of tegen
een organisatie waarin alles mogelijk is. In 't bijzonder moet de
vereeniging meer opkomen voor de belangen harer leden, daar
tegenwoordig de lust om voor 't algemeen dus anderer
belang op te komen zoo gering is, en in 't bijzonder onder de
jongeren een geest van moedeloosheid en onverschilligheid en van
verslapping van energie en studie te bespeuren is, juist omdat
men zich verwaarloosd acht bij vele andere categoriën van ambte
naren. Zij die het meest verbetering noodig hebben zullen veelal
niet het eerst hier spreken, daar zij zelden op de vergaderingen
aanwezig zijn.
Vervolgens wijst de heer Smit nog op't groote verschil tusschen
zijn voorstellen en die van de andere heeren, wat o. a. daarin
bestaat dat in de andere voorstellen weer de wetenschappelijke
belangen voorop gesteld worden. Het antwoord door de H.H.
de Korver en Krijgsman geschreven dat n.l. de behartiging
der groepsbelangen het cement is dat de leden bijeenhoudt, vindt
spr. daarom eigenaardig omdat daarin erkend wordt dat de weten
schappelijke vereeniging pronkt met valsche veeren, en in de
tweede plaats omdat dit een blik slaat in de verwachting van de
voorstellers zelf over 't aantal buitengewone leden, want die worden
toch niet door het cement gebonden.
Ten slotte stelt spr. een tweetal vragen aan de H.H. de Korver
en Krijgsman.
i°. Om verkregen rechten te eerbiedigen en daarom een over
gangsbepaling op te nemen, waardoor allen die thans lid zijn,
gewoon lid kunnen blijven.
2°. Om ook splitsing en samenvoeging van divisies voor de
afdeelingen mogelijk te maken.