H. F. C. Smeulders, Smit, Suurmond, Verhage, Verhoeven, Vriend, de Vroorae, Vruggink, J. H. de Wal, te Winkel en Zijlstra. (54). De voorzitter doet mededeeling van een schrijven van den heer Hoffmann, waarin deze bericht, dat hij wegens een sterfgeval tot zijn leedwezen verhinderd is de vergadering bij te wonen. Aan de orde is punt h. Bij zitten en opstaan wordt als plaats van bijeenkomst in 1914 aangewezen Amsterdam. Vervolgens zal de behandeling van punt c. worden voortgezet. De voorzitter deelt mede dat, in overleg met de commissie, het bestuur voorstelt alleen het concept-statuten te behandelen. Na het referendum kan dan het ontwerp-huishoudelijk reglement worden gewijzigd, zoover dat door de stemmingen over de vraag punten noodig is; de artikelsgewijze behandeling zal hierdoor worden vereenvoudigd. De vergadering stemt met dit denkbeeld in. De heer Kloosterboer stelt voor eerst de punten i tot n te behandelendit voorstel wordt ondersteund door den heer Vruggink, in stemming gebracht en aangenomen. punt i. De heer Kloosterboer: Na alles wat reeds gezegd en ver weten is in deze zaak, kan ik kort zijn; slechts dit: In November 1912 besloten collega Rethmeier en ik het zich hier en daar uitend verlangen der jongeren tot betere salariëering in één baan te leiden. Dit geschiedde door onze circulaire d.d. 27 November 1912. Wij begrepen dat deze wijze noodig was, omdat alleen een flink aantal gelijktijdige verzoeken aan het bestuur de urgentie inder daad zou aantoonen. Dat wij dit deden en niet wachtten tot een volgende algemeene vergadering leek ons niet verkeerd; mochten onze pogingen niet gelukken, de zaak was als t ware voorbereid voor de algemeene vergadering. Wij konden niet vermoeden den loop, dien de dingen zouden nemen: de logische gang dwong tot den gevolgden weg. Wij verzonden onze cir culaires slechts aan de jongeren, na 1900 aangesteld, en wij ont vingen op de 66 verzonden circulaires 47 bewijzen van adhaesie. 2 I 8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 220