234
2. Vermeerdert men den teller eener breuk met den noemer,
dan verkrijgt men eene waarde, die 27/17 maal die der joorspron-
kelijke breuk is, Teller en noemer verschillen 28. Welke is de
oorspronkelijke breuk
3. Bereken tot op '/ïoo nauwkeurig:
5 A 37 3 1/13-
(Eenige toelichting en de bewerking in haar geheel opschrijven.)
4. Twee kapitalen, elk groot f 000staan gedurende 2 jaar
uit interest van interest tegen percenten, die 1 !/4 verschillen. Het
eene kapitaal brengt in dien tijd 104,625 meer rente op dan het
andere. Tegen welke percenten stonden zij uit?
24 uur. Stelkunde.
1. Los x op uit de vergelijking:
loë~7= log V (2*2 182; 44)5
x 3
2. Van eene rekenkundige reeks van vijf termen is de som
der termen 45. Interpoleert men tusschen elke twee termen dezer
reeks één term, dan is het product der termen van de nieuwe
rekenkundige reeks gelijk aan 3465 maal het product der termen
van de oorspronkelijke reeks. Gevraagd die reeks te bepalen.
3. Voor welke reëele waarden van jr is de breuk
x2 $x -f- 2
2x2 42; -f- 1
positief en voor welke reëele waarden van x is die breuk negatief
4. Een kapitaal van 30,000 wordt tegen 4!/2 °/0 gedurende
20 jaar interest op interest uitgezet. Aan het einde van het
iste, 3de, 5dei9de jaar wordt telkens ƒ1000 bij het kapitaal ge
voegd, terwijl er aan 't einde van het 2de, 4d«, 6d« jaar, enz. telkens
1000 van wordt afgenomen. Hoe groot zal dit kapitaal aan het
einde van het 20ste jaar geworden zijn?
Dinsdag 5 Augustus.
9—12 uur. Vlakke en boldriehoeksmeting.
1. Van den vlakken driehoek ABC is gegeven de zijde
AB c, de hoek door A B met de loodlijn uit A op B C
l/9 J 32