237 Waar het onderzoek zich uitstrekte over eenvoudige verschijn selen der natuurkundige aardrijkskundeschoot de kennis van vele candidaten te kort, en was het aan het hooge cijfer toege kend bij het examen in de staatkundige aardrijkskunde toe te schrijven, dat de candidaten «voldoende» behaalde. Het schriftelijk examen in de natuurkunde en het mondeiing onderzoek in de cos?nographie en de staatsinrichting leverden voldoende resultaten op. Het onderzoek in de Nederlandsche taal was over het geheel bevredigend. Toch bleek uit de gemaakte opstellen, dat vele candidaten niet die aandacht aan spelling, geslachts- en buigings- regels schonken, als met grond mocht worden verwacht. De zinsontleding bleek voldoende te zijn beoefend, bij velen was echter de kennis der figuurlijke taal niet groot. De vaardigheid van uitdrukking in de Fransche en Hoogduitsche talen liet vaak te wenschen over, de schriftelijke vertalingen bieken echter in den regel voldoende te zijn. Het handteekenen liet bij vele candidaten nog te wenschen over. De resultaten van het rechtlijnig teekenen waren niet zoo gunstig als bij het vorige examen. Het schrift der candidaten was over het algemeen voldoende. De Commissievoornoemd P. Zeeman Gzn., Voorzitter. H. v. D. Briel, Secretaris. H. C. Los. L. Looijen. N. J. W. M. Nuijen. BEGROOTING VAN NEDERLANDSCH-INDIË VOOR HET DIENSTJAAR 1914. Uit de Memorie van Toelichting. Onderaf deelingen 97 en 98. De formatie van het kadaster behoeft be langrijke uitbreiding als een gevolg van de vooral in de laatste jaren

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 239