259
de Vos, is er in de landmeetkunde zooveel aantrekkelijks gelegen,
als weinige andere vakken kunnen aanbieden.
Het vierde hoofdstuk behandelt de opleiding tot landmeter, en
de wijze waarop in den regel de studie voor het examen wordt
ingericht, de werkzaamstelling bij kadastrale boekhouding, controle
der grondbelasting, gewonen dienst en hermeting en de studie
aan de Tectyiische Hoogeschool.
In verband met de omstandigheid, dat de studie der landmeet
kunde meer mathematische kennis vereischt, dan waarover het
adspirantsexamen zich uitstrekt, wordt er op gewezen dat zeer
waarschijnlijk het eerst komende examen voor adspirant-landmeter
naar een meer uitgebreid programma zal worden afgenomen.
De vooruitzichten van den landmeter zijn, het behoeft hier
nauwelijks gezegd, in den regel niet bijzonder gunstig en de
schrijver is te dien opzichte dan ook weinig optimist. De werkkring
van den landmeter, die op ongeveer 24-jarigen leeftijd in dienst
treedt blijft, tenzij hij later tot ingenieur-verificateur wordt benoemd,
gedurende zijn gansche ambtelijke loopbaan dezelfde.
Slechts zou ik hier aan toe willen voegen dat voor hen die bij
den dienst der domeinen overgaan of gedurende eenige jaren
met hermeting worden belast, toch variatie in hunne werkzaam
heden bestaat.
De functie van ingenieur-verificateur, zegt de heer de Vos,
is een hoogst belangrijkein het groote gewicht van zijn functie
moet deze hoofdambtenaar een belooning zoeken voor zijn in-
spannenden arbeid in het bedrag van zijn bezoldiging vindt hij
die zeker slechts voor een klein gedeelte.
Hoofdstuk VI bespreekt de positie van teekenaars en boekhouders
en de opleiding tot de eerste betrekking, In een zevende hoofdstuk
ten slotte vindt men het programma van examen en de opleiding
voor geëxamineerd en beëedigd landmeter.
Het werkje, dat ruim 30 bladzijden beslaat en voor den prijs
van f 0.50 verkrijgbaar wordt gesteld, is aangenaam geschreven
en geeft alles wat voor den aanstaanden adspirant-landmeter of
teekenaar noodig is te weten omtrent het vak zijner keuze.
Instructie Grondbelasting vastgesteld bij resolutie van den
13en Februari 1877 N°. 56, bijgewerkt tot 1 Juli 1913, zooals die
is opgenomen onder N°. 12 van jaargang 1877 der bijgewerkte