zijn in belangrijke mate toegenomen. Voor de eigenlijke uit
voering der werkzaamheden wordt verwezen naar de vorige
jaarverslagen.
In 't bijzonder werd aandacht gewijd aan de verwerking van
binnengekomen schetsen van de Buitenbezittingen tot schetskaarten.
Ten behoeve van de teekenzaal, de opnemingsbrigades en voor
andere inrichtingen werden een groot aantal blauwe afdrukken
vervaardigd.
Ook de werkzaamheden in den instrumentmakerswinkel zijn
zeer vermeerderd.
Ia hoofdstuk II. Administratief gedeelte, vindt men een over
zicht van de samenstelling van het personeel en der verschillende
mutaties. In het afgeloopen jaar werden van 4 officieren, die
slaagden voor het toelatingsexamen, drie werkzaam gesteld bij de
opleidingsbrigade en een aan het hoofdbureau. Ook werden een
40-tal inlanders na verricht examen bij verschillende afdeelitigen
geplaatst.
De practische opleiding had plaats bij de opleidingsbrigade,
met uitzondering van het voor de landrente-metingen benoodigde
personeel, dat bij de landrente-opnemingsbrigade werd opgeleid.
Het derde hoofdstuk bevat vijf bijdragen van gemengden aard.
De eerste, van de hand van J. W. E. de Ruiter, geeft eene
beschrijving van het kratermeer van den G. Keloet; J. van Roon
geeft eenige aanteekeningen verband houdende met de voorge
nomen landrente-werkzaamheden in de residentie Bali en Lombok.
Van het bergland van Midden-Bali en het hoogland van Tjatoer
geeft de bijdrage van C. C. F. M. Ie Roux een overzicht, waarin
achtereenvolgens worden behandeld het bergstelsel, de bodem
gesteldheid, het rivierstelsel, de flora en fauna, de wegen en de
bevolking.
Een tweede opstel van J. van Roon deelt ons het een en ander
mede over de nauwkeurigheidswaterpassingen in Oostenrijk-
Hongarije en het hoogteverband der topographische kaarten dier
monarchie.
L. F. van Gent bespreekt de lijdensgeschiedenis der erfpachts-
perceelen in de afdeeling Loemadjang.
Kalender für Vermessungswesen und Kulturtechnik
begründet von W. Jordan, fortgesetzt von W. v. Schlebach
264