273
voorstelling van de meetcijfers, welke laatste alleen een betrouw
bare maatstaf zijn. De kaart dient slechts, om aan ons voorstellings
vermogen te hulp te komen.
Onderstellen wij eens, dat een kaart op schaal i a 2500 geteekend
is, waar dus 1 m.M. 2.50 M. vertegenwoordigt, dan volgt daaruit,
dat de dubbele copie tengevolge van de dubbele copiëerfouten,
van den krimp of den rek van het papier, van de dikte der inkt-
lijnen en van de verwrongen aansluiting der kadastrale bladen
zeker niet verder dan tot op 1 a 2 M. te vertrouwen is. Voegen
wij daar nog bij, dat vele perceelscheidingen gevormd zijn door
greppels, slooten, enz., die na de totstandkoming van het minuut
plan zich heel goed dertig, veertig centimeter kunnen verplaatst
hebben door het jaarlijksche opschot; terwijl er vaak ook nog
onzekerheid bestaat omtrent de juiste ligging van de grens (rechter-
of linkerkant of het midden van een sloot), dan wordt de nauw
keurigheid nog geringer. Ten slotte zij nog opgemerkt, dat vele
oorspronkelijke grenzen zijn weggeraakt en dat het beginpunt van
een vroegere meting dikwijls niet is te vinden. Wij maken ons
zelf wijs, dat wij door zoo'n plan van uitbreiding de toekomstige
rooilijnen keurig hebben vastgesteld, terwijl er inderdaad schomme
lingen van 3 tot 4 M. mogelijk zijn. In sommige gevallen, waar
bepaaldelijk fouten en onjuistheden in de oorspronkelijke opmetingen
zitten, kan de fout veel grooter zijn en zelfs 10 M. overschrijden.
Toch heeft zoo'n plan bindende kracht en kan het beslissend
zijn voor het al of niet onteigenen, voor de grootte der schade
loosstelling, voor het bouwverbod en dergelijke. Dat de be
zwaren niet alleen theoretisch zijn, zal het volgende voorbeeld
aantoonen.
Een rooilijn van het nieuwe plan loopt juist over de scheiding
der perceelen A en B. Het perceel A wordt als straat geheel
door bouwverbod getroffen en zal derhalve nooit als bouwterrein
worden aangekocht, zoodat de eigenaar het tegen een klein prijsje
aan de gemeente verkoopt. Het terrein B echter is in de gunstigste
conditie. Het grenst geheel aan de straat, is dus prima bouw
terrein en wordt door den eigenaar tegen goeden prijs aan een
bouwer verkocht. Als naderhand echter het papieren plan werke
lijkheid wordt, blijkt, dat een strook van perceel A, breed 4 M.,
buiten de straat valt. Perceel B heeft een geweldigen tegenvaller
want het is, wil het exploiteerbaar zijn, genoodzaakt de benoodigde