274
strook van 4 M. peperduur van de gemeente te koopen. Deze
laatste maakt dus een zoet winstje.
Deze gevallen zullen zich steeds voordoen, waar op de kaart
nieuwe rooilijnen en oude perceelscheidingen elkaar naderen.
Daar men hier te lande, en terecht, bij den huidigen toestand
van het kadaster van een rechtsgeldig kadaster nog niet wil weten,
is het zeer te betreuren, dat in het ontworpen art. 28 de rechts
geldigheid binnengesmokkeld wordt van plans, waaraan nog veel
grooter gebreken kleven en dat aldus vele belangen ernstig worden
geschaad en het eigendomsrecht in sommige gevallen op losse
schroeven wordt gesteld.
Behalve deze juridische bezwaren geeft de huidige methode van
het vaststellen der uitbreidingsplannen technisch zeer groote moeilijk
heden. Bij den aanleg van de trambaan op het eiland Flakkee
was ik in de gelegenheid kennis te nemen van de bezwaren, welke
verbonden zijn aan het karteeren van een spoorwegplan op een
bestaande kaart. Nadat de as van een groot gedeelte van rechte
strekking was uitgezet, en de halve breedte der baan aan weers
zijden was afgepaald, kon men verwachten, dat deze rechte lijnen
in werkelijkheid ook rechte lijnen zouden worden op de kaart. De
uitslag was echter gansch anders. Toen men voor elk perceel
het gedeelte opgemeten had, dat onteigend moest worden, en
daarna aan de hand van de meetcijfers ging karteeren, bleek dat
op bijna elke grensscheiding de continuïteit der rechte lijn ver
broken werd, zoodat deze in de kaart overging in een zigzaglijn.
De onvolkomenheid van de oorspronkelijke kaart was de oorzaak
van deze grilligheid.
Wij mogen dus verwachten, dat ook omgekeerd een rechte lijn
op de kaart zal overgaan in een zigzaglijn op het terrein, en dat
dus een lijnrecht bedoelde straat inderdaad allerlei kleine afwijkingen
zal vertoonen. Stellen wij b.v. het geval dat ergens een lijnrechte
straat van 400 a 500 M. geprojecteerd is. Iemand wil, vóórdat
het heele plan tot uitvoering komt, aan het eene einde van die
straat een huis bouwen. Hij zal zich dan moeten houden aan de
rooiing. Uitgaande van het papieren project zal men dan zoo
goed mogelijk de ligging van de rooilijn daar ter plaatse van de
kaart opmeten; en deze daarna op het terrein uitzetten. Hierdoor
krijgt men een 2500-malige vergrooting van de fout, die men bij
het opmeten op de kaart maakte. Gecombineerd met de onzeker.