283 i o. Voorstel van het Bestuur een nieuw Artikel (x\rt. 3 6 bis) in de «proeve» in te lasschen van den volgenden inhoud: «Een ambtenaar, aan wien ongevraagd ontslag of ongevraagd eervol ontslag is verleend, kan van het besluit of van de be schikking, waarbij hem dat ontslag werd verleend, in beroep komen bij het voor hem ingestelde college, bedoeld in art. 41. Dat college beslist in hoogste ressort.» Toelichting. In de Jaarvergadering van 1911 werd besloten, „de Proeve" te wijzigen in dien zin, dat van elk ongevraagd ontslag beroep op een daartoe ingesteld onpartijdig college mogelijk is. In die vergadering werden meerdere wijzigingen in hoofdstuk VII der „Proeve" aangebracht. In N°. 126 van „De Rechtstoestand" heeft het Bestuur, uitvoering gevende aan de genomen besluiten, waarbij hem de redactie daarvan overgelaten werd, de nieuwe artt. 37 en 38 opgenomen, alsmede de wijzigingen van andere artikelen, noodig geworden ten gevolge van de verandering van het begrip „straf" in „tuchtmiddel." Ten opzichte van de thans voorgestelde wijziging kwam het Bestuur destijds nog niet met een voorstel, omdat zooals reeds in N°. 126 werd medegedeeld, van het Bestuur van den Bond van Ambte naren bij d'e Departementen enz. te 's Gravenhage een voorstel was tegemoet te zien. Nu dit evenwel, ook nadat dit Bestuur herhaaldelijk aan zijne toezegging is herinnerd, niet werd ontvangen, heeft ons Bestuur gemeend thans de voorgestelde redactie te moeten vaststellen. Dat dit voorstel, in tegenstelling met de artt. 37 en 38, de ledenvergadering ter aanneming wordt aangeboden, vindt zijn oorzaak hierin, dat het Bestuur meende, dat voor de opname van een dergelijk belangrijk artikel de beslissing dient te worden gevraagd van de ledenvergadering. Allerminst is het de bedoeling, de discussies van de jaarvergadering 1911, opge nomen in de Nos. 115 en 116, te doen hervatten. Het late uur in aanmerking nemende, stelt de Voorzitter voor dit punt der agenda aan te houden tot de volgende vergadering. Aldus wordt besloten. De Voorzitter sluit de vergadering, nadat hij de aftredende bestuursleden, de heeren Poederbach en Petersen namens den Bond heeft bedankt voor de verleende medewerking. W. P. Stakman. J. J. W. VAN WlECHEN.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 287