gegaan, die motie in te trekken. Hij wil aan den Bond van departementale ambtenaren in overweging geven zijn voorbeeld te volgen om redenen die hij nader ontvouwen zal. Toen spreker verleden jaar op de vergadering zijn motie omtrent medezeggen schap indiende, was het juist een tijd dat dit onderwerp aan de orde van den dag was. Die motie was eigenlijk een uitvloeisel van het bestuursvoorstel omtrent het hooren van de ambtenaars- vereenigingen. Daar zijn voorstel verleden jaar niet in behandeling heeft kunnen komen heeft de heer Detiger het schriftelijk her haald en toegelicht, doch thans komt het hem beter voor zijne motie in te trekken, niet om het beginsel, want dat huldigt spre ker nog evenzeer als verleden jaar, maar in verband met den desolaten toestand waarin de Bond tegenwoordig verkeert. De Bond is op het oogenblik geen lichaam, waarvan kracht uitgaat, kracht, die in staat is een beginsel, dat zoo kersversch is en waaraan zooveel consequenties verbonden zijn, in de wereld te sturen en wat meer zegt dat beginsel daadwerkelijk door gevoerd te krijgen. Ongetwijfeld zullen voor den Rechtstoestand- bond weer betere dagen komen, maar thans is het niet de aan gewezen tijd om over dit onderwerp tot een beslissing te komen. Er is nog een overweging. In tien jaar tijds heeft men het met een krachtige actie nog niet verder kunnen brengen, dan dat men de laatste jaren ter vergadering een vertegenwoordiger van den Minister van Justitie aanschouwt als een bewijs van de belangstelling van de Regeering in deze zaak, maar waar de Regeering overigens tien jaar lang de geheele zaak heeft gene geerd, is het niet te verwachten, wanneer het beginsel van mede zeggenschap wordt opgenomen in de Proeve, dat men daarmede meer succes zal hebben dan met de regeling van den rechtstoe stand op andere punten, die gebleken zijn in een dringende be hoefte te voorzien, wat van medezeggenschap nog niet gezegd kan worden, omdat het eigenlijk meer een proefstuk is. Bovendien is het onderwerp op het oogenblik nog niet vol doende rijp om daarover een beslissing te nemen. Men zou in een uitspraak van den Bond geenzins kunnen zien een uitspraak van alle Nederlandsche ambtenaren, daar in den Bond verscheidene categorieën van ambtenaren nog niet vertegenwoordigd zijn. Wil men met het groote beginsel van medezeggenschap succes hebben, dan moet men kunnen zeggen: hier staan wij, alle ambtenaren 28

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 28