294 (55) De raming is gegrond op het in 1912 uitgegeven bedrag. g. Vergoeding aan de bewaarders van de hypotheken en het kadaster voor het vernieuwen van hypothecaire registers en voor kosten ter voor ziening in geval van teloorgaan van "hypothecaire registers door brand of andere onheilen1 000, 1 000. Art. 40. Subsidie aan de Rijkscommissie voor graadmeting en water passing ten behoeve van de nieuwe secundaire driehoeksmeting, alsmede traktementen van de bij die commissie werkzaam gestelde landmeters van het kadasterf 38 000, 38 000, 25 300. Voorloopig Verslag. Het afdeelingsonderzoek heeft aanleiding gegeven tot de volgende op merkingen en beschouwingen. Algemeene beschouwingen. 3. Grondbelasting. Ten aanzien van een herziening van de belastbare opbrengst der onge bouwde eigendommen werden gelijke opmerkingen gemaakt als in het Voorloopig Verslag betreffende de begrooting voor 1913 voorkwamen. Het is, zoo merkte men op, van algemeene bekendheid, dat de schatting, die tegenwoordig aan de heffing der grondbelasting ten grondslag iigt, zeer belangrijk afwijkt van de werkelijke huurwaarde en wat ten deze van nog meer belang is dat die afwijking voor de onderscheidene soorten van land zeer verschillend is. Door enkele leden werd er op gewezen, dat de belastbare opbrengst van gecultiveerde gronden gemiddeld bedraagt: in Noorholland 60 gulden per H.A., in Zuidholland 63, in Zeeland 45, in Limburg 32.5, in Groningen 42.5 en in Friesland 50. In verschillende streken blijven deze bedragen verre beneden de sommen, die aan pacht worden betaald. Terwijl sommige leden, een herziening van de belastbare opbrengst bepleitende, daarbij op het oog hadden een billijker wijze van heffing der grondbelasting, wenschten andere leden de herziening mede om, naar aanleiding van de uitkomsten daarvan, het totaal bedrag der grondbelasting hooger op te voeren. Zij meenden, dat zonder bezwaar hetzelfde percentage, dat thans wordt geheven, van de bedragen, door een herziening van de belastbare opbrengst aangewezen, zou kunnen worden gehevendat althans dat percentage niet in die mate zou behoeven te worden verlaagd, dat de totaal-opbrengst geen vermeerdering ondergaat. Gaarne zou men het standpunt leeren kennen, dat de Minister ten aanzien van een herziening

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 298