ïq
van Nederland en wij vragen volgens dat beginsel in alle dien
sten en bedrijven invloed te hebben, maar dan moet het ook
inderdaad zijn een algemeene wensch, waarvan blijkt dat hij
leeft in alle ambtenaren van ons land.
Spreker zou dus de voorstellers van de punten 7 en 8 ernstig
in overweging willen geven, zijn voorbeeld te volgen. Lokt men
thans eene beslissing uit omtrent medezeggenschap en valt deze
uit in ongunstigen zin, dan staat het met deze zaak slechter dan
wanneer men eenvoudig de voorstellen intrekt en dus de geheele
kwestie voorloopig van het program van den Rechtstoestandbond
afvoert.
De heer van Duuren zegt, dat de afgevaardigden van den
voorstellenden Bond een opdracht hebben om de voorstellen te
verdedigen en daaraan gevolg moeten geven. Doch ook afgezien
hiervan zou spreker, gehoord de argumenten van den heer
Detiger, de verdediging van de voorstellen toch niet in den
steek willen laten.
De Minister van Justitie heeft zich aan de motie voor de wet
telijke regeling van de rechtspositie weinig of niets laten gelegen
liggen, dus is het ook niet te verwachten dat, wanneer wij verder
gaan, de Minister daaraan meer aandacht zal wijden.
Daartegenover moet spreker opmerken, dat het onderwerp, het
welk verleden jaar zoo in de lucht zat, zooals de heer Detiger
terecht heeft opgemerkt, den laatsten tijd niet alleen meer in de
lucht zit, maar ook in praktijk is gebracht. In de eerste plaats
wil hij in herinnering brengen dat Minister Colijn aan de onder-
officiersvereeniging «Ons Belang» heeft doen toekomen de ont-
werpbegrooting voor 1913 voor wat betreft de positieverbetering
van de onderofficieren, met het verzoek over die voorgenomen
positieverbetering onomwonden een oordeel te vellen en dat niet
alleen, maar het bestuur van die vereeniging is bij den Minister
op audiëntie geweest van 's morgens half elf tot 's middags twee
uur en heeft een buitengewoon aangenaam onderhoud met den
Minister over die zaak gehad.
Dit ligt geheel in de lijn van hetgeen verleden jaar werd ge
vraagd. Trouwens, Minister Veegens heeft destijds hetzelfde
systeem toegepast ten opzichte van de Rijksverzekeringsbank.
Voorts mag in herinnering worden gebracht, dat in verschillende
gemeenten verordeningen zijn aangenomen, waarin het beginsel