2gó der regeling verschillend voor de onderscheiden categorieën van ambtenaren: vooj de Rijksambtenaren bestaat geen fonds, voor de gemeenteambtenaren daarentegen wel. Wat de weduwe- en weezenpensioenen betreft, voor de Rijksambtenaren bestaat hiervoor een afzonderlijk fonds, terwijl voor de gemeenteambtenaren die pensioenen uit hetzelfde fonds worden als waaruit de eigen pensioenen worden voldaan. Men drong aan op maatregelen, die er toe kunnen leiden, dat ons pensioenrecht voor de onderscheidene groepen van ambtenaren een meer uniform karakter krijge. De instelling van een commissie, niet een Staats commissie, maar eene van ambtenaren, met de materie ten volle vertrouwd, werd daartoe het meest geschikte middel geacht. Men vroeg, of de Minister bereid is daartoe over te gaan. 18. Pensioenen voot zijdelingsche en voor tijdelijke diensten. Eenige leden meenden, dat de regeling betreffende pensioenen voor zijdelingsche diensten behoort te worden uitgebreid. De bestaande regeling sluit sommige categorieën van ambtenaren uit, die wel beschouwd even goed in de gelegenheid behooren te worden gesteld de door hen zijdelings aan het Rijk bewezen diensten in te koopen als andere ambtenaren, die onder de bepalingen der wet vallen. Hierbij werd gewezen op hetgeen ten vorigen jare bij de behandeling van hoofdstuk X der Staatsbegrooting voor 1913 heeft plaats gevonden ten opzichte van den ontslagen Rijks- landbouwleeraar in Limburg, den heer Corten. Had voor dien ambtenaar de mogelijkheid bestaan de dienstjaren, vóór zijn aanstelling in Rijksdienst doorgebracht in het belang van den landbouw, in te koopen, dan had niet de buitengewone maatregel behoeven te zijn voorgesteld, die de vorige Minister meende te moeten nemen, maar die aan de Kamer zooveel be zwaar ontlokte, dat de Minister ten slotte meende niet anders te kunnen doen dan zijn voorstel terug te nemen. In het bijzonder werd aange drongen op een maatregel, die voor de Rijkszuivelconsulenten de leeraren aan landbouwwinterscholen de gelegenheid opent hunne vroegere dienst jaren in soortgelijken werkkring in te koopen. Er aan herinnerende, dat bij de behandeling van het wetsontwerp, dat heeft geleid tot de wet van 30 Maart 1912 Staatsblad N°. 134), een amendement betreffende den inkoop van tijdelijke diensten niet in be handeling kon worden gebracht, maar dat de Minister Kolkman bij die gelegenheid een wetsontwerp toezegde, vroeg men, hoe het hiermede staat. Verschillende leden verklaarden het zeer te betreuren, dat met deze zaak, die huns inziens urgent moet worden genoemd, niet meer voortgang wordt gemaakt. Tal van personen, o. a. bodes bij de Tweede Kamer, hebben vele jaren van lossen dienst, die zij thans niet kunnen laten meetellen bij de berekening van het pensioen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 300