299
maakt het ook voor de Regeering onmogelijk om alsnog maatregelen te
treffen dat zij, die schade leden door verzuimen en vergissingen, die
schade alsnog vergoed krijgen, ja, die reden geldt zelfs hierbij nog sterker.
Immers het behoeft wel niet betoogd te worden dat het niet aangaat om
de voormaals tiendplichtige perceelen, die door eene vergissing van den
voormaligen tiendgerechtigde niet als zoodanig werden aangegeven en dus
niet met eene tiendrente werden belast, alsnog daarmede te belasten ten
einde aan den voormaligen tiendheffer alsnog eene schadeloosstelling te
kunnen verleenen. De schatkist zoude dus het nadeel moeten lijden,
wanneer er alsnog vergoedingen werden verleend voor schade door ver
gissingen en verzuimen bij het doen van aangifte voorgekomen, en er zal
wel door niemand worden ontkend dat schadeloosstelling voor rekening
van de schatkist uitsluitend oorbaar is als er van verzuim van den belang
hebbende in het geheel geen sprake is.
Een negental adressen is in den loop des tijds bij de Regeering inge
komen, houdende het verzoek om vergoeding voor de schade, geleden
door niet of onvoldoende aangeven van tiendrecht. Vier van deze adressen
betreffen verzuim van aangifte, in één geval wegens onwetendheid, in één
geval wegens uitlandigheid, in één geval omdat het tiendrecht (ter waarde
van 10 per jaar) niet placht te worden uitgeoefend en in één geval
wegens niet nader aangeduid „verschoonbaar verzuim". Eén adres betreft
te late indiening wegens onwetenheid, twee adressen betreffen opgave
van eenige verkeerde perceelen. Voorts wordt in een adres erkend, dat
de aangifte door iemand, gedaan voor twee vrouwelijke bloedverwanten,
geheel onvoldoende was wegens het niet vermelden van de tiendplichtige
perceelen (zelfs niet, nadat daartoe door de tiendcommissie alsnog her
haaldelijk was aangemaand) doch wordt schadevergoeding of rechtsherstel
verzocht op grond, dat de eigenaressen van het recht te laat vernamen,
dat eene onvoldoende aangifte was ingezonden. In het negende adres
eindelijk wordt medegedeeld, dat door den deskundige, aan wien de
opneming van de kadastrale kenmerken der tiendplichtige perceelen was
opgedragen, ten gevolge van eene verwarring met de voornamen van den
lastgever de sectieletters en perceelsnummers van een verkeerd tiendrecht
zijn medegedeeld, waardoor de aangifte geheel waardeloos werd.
Reeds uit deze opsomming blijkt, hoe moeilijk het zoude zijn de gevallen
te onderkennen waarin er voor schadeloosstelling ten laste van de Schatkist
wellicht eenige grond zoude zijn. Het is niet twijfelachtig, of indien in
één geval schadevergoeding werd verleend, zoude een aantal adressen
inkomen met vermelding van eene gansche staalkaart van oorzaken van
verzuim van aangifte of van onjuiste aangifte en vermoedelijk zouden
daaronder ook pogingen zijn om, waar het tiendrecht op sommige perceelen
door de tiendcommissie is ontkend, alsnog te trachten dat op andere