3o6
EEN INLANDSCH KADASTER.
In het Indisch bijblad van «Het Vaderland» van 5 November
1913 komt het volgende bericht voor:
Wij lezen in de Java-Bode:
«ln een der in de vorige maand in de Java-Bode opgenomen
hoofdartikelen over de bestrijding van het onwettig grondbezit
werd terloops melding gemaakt van een ons bereikt hebbend
bericht omtrent eene opdracht aan den dir. B. B. tot bestudeering
van het vraagstuk van invoering van een inlandsch Kadaster.
Nader vernemen wij dat dit bericht juist is en dat de gouverneur-
generaal er op aangedrongen heeft dat het plan spoedig tot uit
voering zal kunnen komen.
De landvoogd is, naar de vorige minister mededeelde van oordeel,
dat waar het aantal personen in de desa dat, zooals het in den
notarieelen stijl heet, de schrijfkunst machtig is, steeds toeneemt
en in 1915 een nieuwe volkstelling zal plaats hebben, het mogelijk
zal zijn om het een in verband te brengen met het ander, zoodat
men in iedere desa een behoorlijke lijst van de bevolking krijgt
en tevens een lijst zou kunnen opmaken waarop duidelijk vermeld
staat welke grond aan iederen inlander behoort.
Die mogelijkheid bestaat naar ons inzien inderdaan. De moeilijk
heid echter ligt niet zoozeer in de invoering van eene registratie
van den evenbedoelden aard, d.w.z. in het aanleggen van registers,
die den stand van het grondbezit in eene desa op een bepaald
tijdstip vrij nauwkeurig aangegeven, maar in het regelmatig bij
houden van die registers dat vast zeer betrouwbaar personeel
vordert.
Indien men echter zijne eischen in deze niet te hoog stelt, schijnt
in de aangegeven richting in een afzienbaren tijd wel iets te
bereiken te zijn».
HYPOTHEEKWEZEN.
Op de algemeene vergadering der Broederschap van Candidaat-
Notarissen in Nederland en zijne Koloniën gehouden te Vlissmgen
den 8en September 1913 werden behandeld een praeadvies van
F. Gordon, Hypotheekbewaarder te Leiden over de wijze, waarop