37 aan het eerste voorstel te beurt viel, is dat niet te verwachten. Spreker twijfelt er niet aan dat het Bestuur in deze zaak dili gent zal zijn, maar er staat nog iets meer in de motie, zij spreekt n.l. van «toepassing zou kunnen worden gegeven». Dit wil zeggenj dat nauwkeurig de litteratuur worde nagegaan, dat worde kennis genomen van verschillende beslissingen in het buitenland. Het beste zou zijn, dat eene commissie zich met deze taak belastte. Er wordt in de motie slechts gevraagd een onderzoek in te stellen omtrent de mogelijkheid van medezeggenschap. Het komt spreker voor dat daarmee toch waarlijk niet te ver gegaan wordt. De heer de Meester was tegen een imperatieve regeling, maar toch heeft de Bond dat voorstel aangenomen, waaruit blijkt dat de geest van de ambtenaren iets verder gaat dan minister de Meester wiens optreden overigens door de meeste ambte naarsbonden op prijs wordt gesteld en dan ligt het geheel in de lijn, het niet daarbij te laten, maar een verder onderzoek in te stellen. Een beslissingsrecht is geenzins in strijd met eenige staatsrechtelijke theorie, ook niet met de theorie dat de Staat eenzijdig de arbeidsvoorwaarden vaststelt. Verschillende, overigens zeer conservatieve juristen zijn het in dezen met spreker eens. Wanneer de Staat zegt: binnen die en die grenzen laat ik de ambtenaren eenige ruimte, dan is dat niet in strijd met de verantwoordelijkheid die de overheid draagt, in tegendeel, ieder oogenblik kan de overheid zeggen: het is gedaan, want zij stelt eenzijdig die regelen vast, zij probeert de ambte naren een beetje alleen te laten loopen, voorzoover dat mogelijk is. Wanneer men de litteratuur nagaat blijkt, dat men er heel veel goeds van mag verwachtten als men een klein beetje meer dan nu het geval is de verantwoordelijkheid laat bij de ambte naren, vooral ook in de jongere klassen. Wat het beteekent, wanneer de verantwoordelijkheid blijft bij de chefs alleen, blijkt, uit het verslag van de Staatscommissie, die in haar rapport van de organisatie der departementen zegt: er deugt niets van. Het is een gezond beginsel, dat de Staat voor zoover het mogelijk is binnen de grenzen van het dienst belang, rekening houdt met de belangen van het geheele corps ambtenaren, dat is niet alleen in het belang van die ambtenaren, maar dat moet tevens zijn in het belang van den dienst. Spreker dringt er dus ernstig bij de vergadering op aan, het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 37