30
Bond voor den Rechtstoestand en op de hoogte te blijven van
alles wat deze materie raakt. Spreker heeft geen tijd om al die
ernstige zaken te behandelen op een wijze, zooals noodig is om
te zijn een goed bestuurslid; daarom heeft hij het vorige jaar
gezegd dat hij wenschte heen te gaan, en gaat hij nu heen.
Wanneer hij dus afscheid neemt van den Bond voor den Rechts
toestand doet hij dat met de beste wenschen voor dien Bond, en
wanneer er iemand is die hoopt, dat spoedig een ontwerp-ambte-
naarswet tot stand zal komen, dan is hij dat.
De Voorzitter brengt voorts dank aan den Minister van Justitie,
die dit jaar weder zoo welwillend is geweest een vertegenwoor
diger naar deze vergadering te zenden. Spreker vertrouwt, dat
hij daarin de tolk is van de vergadering; de voeling, die bestaat
tusschen het Departement, waarvan men de wet moet hebben en
den Bond, die voor de wet ijvert, kan niet anders zijn dan ten
voordeele van de zaak.
De heer van Duuren zegt den Voorzitter en hij gelooft
daarbij de tolk te zijn van de geheele vergadering hartelijk
dank voor de werkzaamheden, die hij als Bestuurslid van deze
organisatie heeft verricht. Wanneer de resultaten van het streven
van den Bond en naar wij hopen, spoedig zullen blijken,
dan zal de heer van Hien ontegenzeggelijk deel van de ver
worven overwinning aan zijn werk kunnen toeschrijven.
De heer Poederbach brengt hulde aan den Voorzitter, met
wien het Bestuur steeds op de meest aangename wijze heeft
samengewerkt.
De Voorzitter zegt, dat hij zeer gevoelig is voor de vriendelijke
woorden, tot hem gericht. In de Bestuursvergaderingen heeft
steeds een aangename toon geheerscht en wanneer hij met de
weinige en zwakke krachten, die hem ten dienste stonden, voor
den Bond heeft gedaan, wat hij kon, laat men dan de overtuiging
medenemen dat hij dat met liefde gedaan heeft. Hij neemt bij
deze gelegenheid tevens afscheid van den heer Klenke, den
penningmeester.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
P. J. Hamelberg.