50 doet de vraag rijzen of iets verzwegen wordt voor ons. Op blz. 3 toch zegt de Redacteur de Heer Boer: «De Vereeniging voor K. en L. stelde de ontwikkeling van het Kadaster als haar hoofd doel op den voorgrond». Wij zouden een vraag willen stellen waarop het artikel geen antwoord geeft n.l. deze: Welke was dan haar nevendoelHebben zich bij de oprichting reeds symptomen laten zien, die op de vergadering van 1886 tot uiting kwamen, maar toen verwijderd werden? Toen reeds, dus twee jaar na de oprichting bleken vele leden der Vereeniging het lichaam tevens te willen zien optreden voor de materieele belangen der Landmeters. Maar op deze vergadering werd ook duidelijk de koers aangegeven, welke de vereeniging had te volgen: in de gewijzigde statuten wordt met geen woord gerept van behartiging van groepsbelangen. Een exodus van ruim twintig leden was er het gevolg van. En in de verslagen van de eerstvolgende jaarvergaderingen, zoekt men tevergeefs naar iets wat lijkt op een behartiging van het eigen belang der leden. Werd in 1887 te Arnhem een motie van Guilliams aangenomen, om te komen tot opheffing van de 4e klasse der Landmeters, dan motiveert de inleider haar als een gevaar voor het Kadaster zelf. Maar wel worden op achtereen volgende vergaderingen besprekingen en inleidingen gehouden over belangrijke wetenschappelijke onderwerpen: Over secondaire driehoeksmeting door Boer in 1887, Stellingen in verband met het kadastrale vraagstuk door Gombault en Engelman in 1888, Indeeling van terreinen en afpaling van eigendomsgrenzen door Hoffmann in 1889, Opleiding tot landmeter van het kadaster door H. P. de Haan in 1890 enz. Slechts in latere jaren zien we, hoe, zeer zeker door den aandrang der leden, ook de belangen der Landmeters worden besproken, en daarmede begint tevens een tijdperk van verval van het wetenschappelijke karakter en dus ook van de Vereeniging. Zonder botsingen Neen, maar dat kon ook niet anders, want een vereeniging van ambtenaren, welke eenzelfde functie bekleeden, zal bovenal dienstbaar worden gemaakt aan het eigenbelang der leden, een wetenschappelijke vereeniging daarentegen stelt zich op het standpunt van 't algemeen belang. Twee verschillende uitgangspunten dus, twee verschillende fun deeringen, welke indien ze te zamen stutten eenzelfde vereeniging noodzakelijk de kracht van het vereenigingsleven moeten onder mijnen. Dan zal nu eens de eene, dan weer de andere richting

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 50