53 historisch verkregen rechten niet geeerbiedigd worden? De Commissie gaat onze vereeniging aan een krachtproef onderwerpen. In beide gevallen, zoowel bij aannemen als bij verwerpen van haar voorstellen, kan een vermindering van leden te wachten staan. En dan noemt de Commissie haar voorstel een codificatie van een bestaanden toestand. Juister ware het op grond van vorenstaande uiteenzetting behoeft dat geen betoog te spreken van de codi ficatie van een ingeslopen kwaad. Of wel elders spreekt ze bij de splitsing van gewone en buitengewone leden, dat het weer geldt, het aanpassen der statuten aan een bestaanden toestand. Maar ook hier zou ik liever spreken van een wantoestand. Moet ik op grond van mijn gedachtengang het «veto» uitspreken over de voorstellen der Commissie, ik hoop dat zij mijn voorstellen in welwillender overweging zal kunnen nemen. Ze behelzen, zooals ik reeds boven aangaf, een teruggaan en een vooruitgaan. Een teruggaan voor onze bestaande Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde naar den tijd, toen groepsbelangen haar kracht niet ondermijnden, maar de vereeniging een bloeitijdperk door leefde. De voordeelen van zoo'n wijziging wijzen zich zeiven aan. Waar thans de leden-niet-landmeters «zichzelven beschouwen als buitengewoon lid» zullen ze zeer zeker in de hernieuwde vereeniging weder de volle rechten verkrijgen, zich niet meer behoeven terug te trekken uit, maar wel beschikbaar stellen voor bestuursfuncties. Op hen zal ongetwijfeld niet te vergeefs een beroep worden gedaan om weder mede te werken tot meerderen bloei van een vereeniging die hun lief is en die rustende mede op hun schouders een tijdperk van bloei en aanzien heeft gekend. Voor de landmeters, die zich verzetten zullen tegen de voorstellen der Commissie, omdat zij daarin zien een aanranding van het wetenschappelijk cachet mede een welkome gelegenheid om in de toekomstige vereeniging het standpunt zoo objectief mogelijk in te nemen, maar ook zij die de idëen belichaamd in de voorstellen, met ingenomenheid begroeten, kunnen geen bezwaren hebben tegen een herstel van den historischen toestand nu zij hun belangen ongetwijfeld beter behandeld zien in een eigen vereeniging. Een vooruitgaan noem ik mijn voorstellen door het oprichten van de nieuwe vereeniging. Een groepsvereeniging voor ambtenaren toch is een eisch des tijds. Het recht om deze vereeniging op

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 53